Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/272

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
246
ALCHEMIE.

In een aantal boeken, die in ieders handen zijn, vindt men er voorbeelden van verhaald; niet ligt echter geestiger en onderhoudender, dan in den dialoog van erasmus, die Alcumistica betiteld is.

Wanneer de bedriegerij van zoodanige alchemisten ontdekt werd, voor zij den tijd hadden zich uit de voeten te maken, dan liep het veelal slecht met hen af, vooral indien zij, ’tgeen niet zeldzaam was, het gewaagd hadden vorsten tot hunne dupes te maken. De meest gewone straf was, dat men hen ophing aan een vergulden galg. Anderen weder werden tot levenslange gevangenis veroordeeld. Zulk een droevig lot trof ook wel eens alchemisten, die geene bedriegers waren, eerlijke lieden, die zich met alchemistische proefnemingen bezig hielden, of van wie ook maar het gerucht liep, dat zij dit deden. Vele vorsten maakten geene zwarigheid zoodanige menschen te doen opligten, gevangen te zetten, en hen dan des noods door de pijnbank te dwingen voor hen te werken, ten einde met de opbrengst van dien arbeid hunne geledigde geldkisten weder te vullen. Mislukten nu die proeven, — en wanneer gelukten ze! — dan mogt de arme philosooph van geluk spreken, indien hij met schimp en schande werd weggejaagd. Want niet zelden viel ook hem het lot ten deel van te worden opgehangen, of van zóó lang gefolterd te worden, tot hij er onder bezweek. De geschiedenis der alchemie levert een aantal voorbeelden van de barbaarsche wijze, waarop men omsprong niet alleen met opzettelijke bedriegers, maar ook met de zoodanigen, die zich ter goeder trouw, of ook wel bloot en alleen om opzien te maken, beroemden eenigzins gevorderd te zijn op den weg naar het bezit van de goudmakende tinctuur. Enkelen kwamen er beter af. Als voorbeeld noem ik joh. fr. rötticher, die in de gevangenschap, waarin hij door den keurvorst august II te Dresden gehouden werd, in 1707 het maken van porselein uitvond, door die uitvinding de straf, die hem anders gewis zou hebben getroffen, van zich afwendde, en in 1719 als directeur der keurvorstelijke Saksische porseleinfabriek overleed.

(Vervolg en slot in het volgend nummer).