Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/277

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
251
PHONOGRAPHIE.

dit onder anderen bij figuier, année scientifique 1858, bl. 67 en 68 te lezen is, dan vindt men zich in het eerst zeer teleurgesteld en men kan het zich niet gemakkelijk verklaren hoe het bij een auteur, die eenigen eerbied heeft voor zijn publiek en zichzelven, kan opkomen om op zoo schromelijke wijze de wenschen en droomen van eenen uitvinder te verwarren met hetgeen deze werkelijk heelt verkregen.

Heeft men zich nu van phonographie een denkbeeld gevormd naar aanleiding van indrukkingen en verzekeringen als de zooeven aangehaalde, dan kan men ook na de kennismaking met het werktuig van scott zeggen, dat deze kunst nog niet bestaat. Maar vergenoegt men zich met wat bescheidener eischen, dan komt het er slechts op aan om, terwijl men erkent, dat men reeds toonen zichzelve heeft doen opschrijven, een antwoord te zoeken op de vraag: hoever men nu nog wel verwijderd is van de mogelijkheid om aan de eerstbedoelde strengere en volledige eischen te voldoen, of er eenige waarschijnlijkheid bestaat, dat men dit doel ooit zal bereiken.

Het antwoord op zulke vragen is, als het niet zeer onbepaald zal zijn, altijd hoogst moeijelijk te geven. Zooveel is zeker, dat er in de phonographie, het woord in de ruimste beteekenis genomen, niets te vinden is, dat in zichzelf onmogelijk zou kunnen worden genoemd. En als iets dit niet is, wie zou dan durven beweren, dat het niet kan gevonden worden, zoodra iemand met de noodige kennis, vindingrijkheid en volharding toegerust zich er op toelegt om het te vinden; vooral wanneer deze dan maar niet, als scott, alles in eens verkrijgen wil, maar de moeijelijkheden trapsgewijze en geleidelijk te overwinnen tracht, en dus eerst een zuiveren toonschrijver poogt te vervaardigen, voor hij aan een woordschrijver denkt. Misschien zal hij daarbij wel doen om ook in alle andere opzigten diens voorbeeld niet te volgen, geen gespannen vlies, maar eene verzameling gespannen snaren, en geene mechanisch werkende, altijd betrekkelijk logge schrijfstift, maar in plaats daarvan het wondermiddel onzer eeuw, den elektrischen stroom te bezigen.