Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/372

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
344
DE BOUWKUNST DER DIEREN.

daartoe gebezigde boomstammen zijn echter over het algemeen zwaarder; zij worden kruiselings nevens en over elkander gesteld, zoodat daaruit een min of meer regelmatig zeer stevig hekwerk ontstaat, waarvan de vastheid nog vermeerderd wordt door dat eenige der stammen weder in het water wortel schieten en zich zoo in den onderliggenden bodem vasthechten.

Ook de wijze, hoe de bevers zich het hout tot daarstelling van hunne waterwerken en woningen verschaffen, is opmerkelijk. In eene zittende houding of staande op de achterpooten, knagen zij eenen stam, dien zij vellen willen, met hunne scherpe snijtanden in de rondte af, of hakken daarin veeleer eene diepe groeve, terwijl zij de spaanders met hunne voorpooten wegruimen. Zij houden van tijd tot tijd met hunnen arbeid op en zien naar boven, blijkbaar om bij tijds zich te kunnen bergen, wanneer de stam afbreekt. Daarbij zorgen zij steeds de groeve het diepst te maken aan de zijde van het water, zoodat de boom, geveld zijnde, in het water valt en zoo naar hun dorp drijven of gemakkelijk door voortstuwen vervoerd worden kan. Binnen een betrekkelijk korten tijd kunnen zij wilgenboomen van bijna twee voeten dikte vellen. Vóór het verder vervoer wordt dan de stam van de takken bevrijd, welke laatste afzonderlijk gebruikt worden.

In Europa kiezen de bevers bij voorkeur wilgen, populieren en berken; in Amerika bezigen zij ook verwante soorten en bovendien magnoliën, de rondbladige es, sassafras enz. Met de schors van dezelfde boomen voeden zij zich. Hunnen voorraad van stammen en takken laten zij voor hunne woning in het water liggen en halen daarvan al naar hunne behoefte naar binnen, schillen het daar op hun gemak af en werpen het overige weder in het water. Cartwright zag zulke magazijnen, die meer dan een karrevracht hout bevatten. Volgens een algemeen geloof onder de Indianen zoude de grootte van den verzamelden voorraad den graad van strengheid des winters voorspellen.

De hutten der bevers dienen eigenlijk alleen tot hun winterverblijf. Wanneer de dooi in de lente het water sterk doet rijzen en hen met overstrooming bedreigt, dan verlaten zij de hutten. De mannetjes blijven den geheelen zomer buiten, zwerven rond en slapen op te