Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/454

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
40
ALBUM DER NATUUR. — WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

opzuiging in dit laatste eene luchtledige ruimte voort, die haar evenwel niet belet voort te gaan, totdat alle poriën van het ligchaam met water zijn doordrongen. Neemt men eene glazen buis van 12 palmen lang, geheel met gips gevuld, die met het eene uiteinde is gedompeld in een gesloten en geheel gevulden waterbak, dan zal zich spoedig in dezen laatsten slechts nog de spankracht der waterdamp, 15 of 20 m.m. kwik of 200 tot 270 m.m. water, werkzaam toonen. Desniettemin zal het water voortgaan in de 1200 m.m. lange buis naar boven te stijgen, daar het aan het bovendeel langzaam verdampt. Poreuse ligchamen kunnen dus water opheffen tot grootere hoogte, dan dit door de dampkringdrukking zou kunnen geschieden.

Behalve vele andere gevolgtrekkingen, die uit deze proefnemingen voortvloeien, zijn ze van regtstreeksche toepassing op de verklaring van het opstijgen der voedingssappen in de planten. De door jamin aan de theorie dier verschijnselen gegeven mathematische ontwikkeling is ten volle ook op het laatste toepasselijk. Ziedaar dus op nieuw een verschijnsel van het "leven" aan bepaalde en scherp begrensde physische wetten onderworpen.