Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/455

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

 

 

Proeven met Rotiferen en Tardigraden.—Uit vroegere proefnemingen van doyère was gebleken, dat deze dieren niet alleen, gelijk men reeds sedert spallanzani wist, na volkomen uitdrooging, maar ook, nadat zij in dien gedroogden toestand aan temperaturen boven 100° waren blootgesteld, weder door bevochtiging met water herleven.

Pouchet heeft onlangs deze uitkomst in een afzonderlijk verschenen geschrift (Recherches et expériences sur les animaux ressuscitants faites au museum d'histoire naturelle de Rouen) bestreden en voor geheel onjuist verklaard. Dit heeft aan gavarret aanleiding gegeven deze proeven nog eens met doyere te herhalen. De uitvoerige mededeeling daarvan in de Annal. des Sc. Natur. 4em ser. T. XI, p. 315 schijnt alle waarborgen aan te bieden voor de naauwkeurigheid, waarmede deze genomen zijn en voor het vertrouwen, dat derhalve de verkregen uitkomsten verdienen. Deze zijn:

1) dat Rotiferen en Tardigraden, na in het luchtledige boven zwavelzuur volkomen gedroogd te zijn, aan eene temperatuur van 110° kunnen worden blootgesteld, zonder hunne levensvatbaarheid te verliezen;

2) dat zij in water sterven, wanneer dit eene temperatuur van 50° tot 51° bereikt heeft;

3) dat de eerst gedroogde Rotiferen en Tardigraden, vervolgens in eene met waterdamp gevulde ruimte gebragt, tot 80° kunnen verwarmd worden, en weder herleven na bevochtiging met water.

In eene noot voegt de schrijver er bij, dat ook de Volvocinen, die in gezelschap der Rotiferen en Tardigraden voorkwamen, dezelfde temperaturen niet alleen verdroegen, maar zelfs steeds vroeger dan deze weder tot het leven terugkeerden.

 

Elektrische visschen.—De vraag, of bij Torpedo de elektriciteit wordt opgewekt in het elektrisch orgaan zelf, dan wel of deze opwekking oorspronkelijk geschiedt in den lobus electricus der hersenen en vandaar zich voortplant naar het elektrisch orgaan, dat in dit geval slechts als condensator zoude werken, is door armand moreau op de volgende wijze beantwoord.

Hij sneed bij eene levende Torpedo de elektrische zenuwen door, die zich