Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/461

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
47
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

argandsche lamp met vier concentrische pitten, waarvan de buitenste eene middellijn van 9 duimen had, liet dringen door eene uit een stoomketel afkomstige kunstmatige wolk. Het eerste werd daardoor slechts weinig verzwakt, terwijl het laatste er bijna geheel door verduisterd werd. Aan het slot dier voordragt berigtte faraday, dat reeds sedert zes maanden het elektrische licht voortdurend en met goed gevolg werd aangewend in den vuurtoren van South Foreland, nabij Dover, waar het wordt opgewekt, niet met behulp van eene galvanische batterij, maar door den stroom van een magneto-elektrisch werktuig. Het voldeed daar zeer goed en is zoo sterk, dat men het dikwijls van de Fransche kust zien kon.

Hoe groot het daar gebezigde magneto-elektrische werktuig is, en van welke inrigting, wordt niet gemeld. Voor velen onder onze lezers, die van zulke werktuigen nog niets anders hebben gezien dan er gewoonlijk voor medisch gebruik worden vervaardigd, en die weten welke magtige batterijen noodig zijn om een standvastig elektrisch licht voort te brengen, mag er misschien eenige aanleiding bestaan om zich van de afmetingen van het magneto-elektrisch werktuig van South Foreland een overdreven denkbeeld te vormen. Wij merken daarom aan, dat, nu reeds bijna twee jaren geleden, wij te Parijs zulk een toestel in werking zagen, dat voor een vuurtoren zeer geschikt zou zijn. Het bestond, als ons geheugen ons niet bedriegt, uit een zestigtal magneten, in vier afzonderlijke kringen gerangschikt, met een even groot aantal inductoren op vier schijven, die gezamenlijk op eene spil geplaatst door een klein stoomwerktuig van twee paardenkracht werden rondbewogen. Het nam eene ruimte in van hoogstens twee kubieke ellen en de stroom, die het opleverde, maakte een ijzerdraad van zes ellen lang en bijna een m.m. middellijn aanhoudend roodgloeijend en leverde tusschen koolspitsen een licht, dat wij zelfs, voor wien dat van zestig zeer groote Grovesche elementen niets ongewoons is, niet aarzelden een zeer goed licht te noemen. De koolspitsen konden daarbij, zoo als ons uit eigen meting bleek, tot bijna 4 centimeters van elkaar verwijderd worden, zonder dat de stroom werd verbroken; met de genoemde 60 Grovesche elementen is dit tot niet verder dan 3 centimeters mogelijk.

Ook het stoomwerktuig te South Foreland is een van twee paardenkrachten. Het is dus nu een feit, waarop men rekenen mag, dat eene beweegkracht van twee stoompaarden genoegzaam is om eenen stroom op te wekken, die met dien van de krachtigste gewoonlijk in gebruik zijnde galvanische batterijen gelijk staat.

Ln. 
 

Secondaire batterijen met loodplaten. - De heer gaston planté heeft aan de Académie des Sciences te Parijs de uitkomsten zijner proefnemingen medegedeeld en vertoond over het gebruik van lood in plaats van platina in de secon-