Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/62

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
40
WAT HEEFT DE KOMEET VAN DONATI ONS GELEERD?

verlengde van de as des staarts en was alzoo sedert den 21 September 45° terug gegaan. De staart vertoonde zich aan de linker(in den kijker regter-) zijde zoo veel helderder dan aan de regterzijde, dat de eerste in de schemering eerst alleen zigtbaar was. Ook was dezen avond de verdeeling van den staart in twee evenwijdige takken duidelijk op te merken."

De heer chacornac, een Fransch sterrekundige, die op het observatorium te Parijs geregelde waarnemingen deed, met uitmuntende kijkers, welker vergrooting tot eene 770 malige konde worden gebragt, heeft ook de opgenoemde verschijnselen waargenomen en wij zullen zijne waarnemingen volgen bij de opgave van 't geen de volgende dagen merkwaardigs ten opzigte der komeet aanboden.

Den 23 Sept. vertoonde de kern zich omgeven van drie concentrische, maar aan licht verschillende hulsels in den vorm van halve cirkels. Twee dezer hulsels waren doorsneden van stralen, die afwisselend licht en donker waren. De kern was niet volkomen in het midden van deze half cirkelvormige of liever parabolische hulsels, maar vertoonde zich nader bij de noordelijke grens dan bij de zuidelijke. De laatste scheen het meest verlicht. Eindelijk ontdekte men in de nabijheid der kern nog een vierde hulsel, helderder dan de voorgaanden, 't welk zich als spiraalswijze van de kern scheen lostemaken.

In den vroegen morgen van den 25 September had zich dit laatste omhulsel van de kern losgemaakt en men bemerkte nu een vijfde omhulsel, dat zich op gelijke wijze van de kern afscheidde. Om 5 uur schenen, door de polariskoop beschouwd, de lichtende ringen zoowel als de kern gekleurd te zijn. Van den 25 Sept. tot den 8 Oct. ontwikkelden er zich weder twee nieuwe hulsels, van welke het eerste of zesde omhulsel zich door helderheid kenmerkte en duidelijk gepolariseerd licht aantoonde. Ook den 28 Sept. deed men proeven omtrent het licht, dat toen duidelijk bleek gepolariseerd te zijn.

Den 6 Oct. bemerkte men vier kleine lichtende wolkjes op de oppervlakte van het zesde omhulsel en den 9 Oct. konde men op den lichtenden boog, die het zevende omhulsel vormde, een klein donker driehoekig plekje ontdekken. Het voorkomen van dit donker plekje in den kijker deed aan eene opening in dit omhulsel denken. Het licht was gelijkmatig verdeeld ten opzigte van den straal, die door dit punt ging; maar