Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/191

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
165
DE TIMMERAARS ONDER DE DIEREN.

Daarentegen biedt ons het heirleger der insekten een aantal echte timmeraars aan, een aantal zoo groot, dat wij ons hier slechts tot eene keuze van eenigen hunner als voorbeelden kunnen bepalen.

Het spreekt bijna van zelf, dat al de insekten, die het vermogen bezitten om in hout gangen te graven, in het algemeen als schadelijke dieren te boek staan. Velen verdienen dien naam dan ook met volle regt. Ik herinner hierbij aan het reeds vroeger (jaargang 1860, bl. 361) aangaande de termieten gezegde. In vergelijking der verwoestingen, die laatstgenoemde dieren binnen eenen betrekkelijk korten tijd, in het houtwerk van woningen en in meubelen uit hout vervaardigd, vermogen aan te rigten, is de schade, teweeg gebragt door het diertje, dat onze meubelen hier te lande zoogenaamd wormstekig maakt, zeker gering te noemen. Dit diertje is een kleine kever of tor, weinig meer dan 4 strepen lang, met gestreepte zwart bruine dekschilden, waaraan de soortnaam, Anobium striatum illig., ontleend is. De larven graven met hunne kaken rolronde gangen in het hout, die zich buitenwaarts met zeer kleine gaatjes openen en waaruit het afgeknaagde houtpoeder als een fijn geel stof valt. Nog in een ander opzigt verdient dit diertje de aandacht. In den paartijd namelijk maakt het torretje een eigendommelijk kloppend geluid, door met den kop op het hout te tikken. Het kon wel niet anders, of het bijgeloof moest aan dit kloppen, waarvan men de oorzaak niet wist, de beteekenis van een voorteeken hechten, en zoo vinden wij die onbekende oorzaak dan ook in verschillende talen door de namen van Todtenuhr, horloge de la mort en deathwatch aangeduid.

Er zijn nog vele andere daarmede verwante soorten van kleine kevers, wier larven in hout leven of in andere stoffen van bewerktuigden oorsprong. Onder de meest door de verzamelaars van naturaliën gevreesden behoort Ptinus fur, die opgezette dieren en herbariën vernielt, wanneer deze niet door eene vergiftige stof (arsenicum, sublimaat) tegen zijnen aanval beschut zijn. In vroegeren tijd, toen men deze voorzorg niet of minder algemeen aanwendde, is door dit kleine diertje menige kostbare verzameling, menig zeldzaam voorwerp geheel verloren gegaan. Hetzelfde geldt van de nog kleinere Byrrhus