Op een klein eiland, waar hij landen kon, door hem Possessions-eiland genoemd, vond hij niet de minste sporen van plantengroei, zelfs niets van de schraalste mossoorten. Het geheele eiland droeg het karakter van vulkanischen oorsprong. Het had eene hoogte van ongeveer 300 voet. Ofschoon hier niet het geringste spoor van plantengroei was te ontdekken, bedekten tallooze scharen pinguins het geheele eiland tot aan de spitsen der rotsen. Behalve walvisschen, robben, zeemeeuwen, stormvogels en de mollusken en weinige visschen, die dezen dieren tot voedsel dienen, zijn de pinguins de eenige bewoners dezer eenzame en doodsche streken. Deze vogels zijn zoo weinig schuw, dat zij zich door den jager laten naderen en met knuppels dood slaan. Ook de walvisschen zijn in deze weinig bezochte zeeën zoo weinig schuw, dat ze niet eenmaal voor de schepen uit den weg gaan, en tevens zoo talrijk, dat men meer dan eens van den Erebus dertig in verschillende rigtingen te gelijker tijde kon tellen. Steeds verder drong hij door naar het zuiden met de kust in het gezigt tot op 74 graden zuiderbreedte, de hoogste breedte, die tot hiertoe in de zuidpoolstreken was bereikt. Hij landde op een klein eiland, dat hij den naam van Franklin gaf. Kort daarop bemerkte men aan den horizon eenen berg, die zich meer dan 4000 ellen verhief. Het was een vulkaan in volle werking. Van uur tot uur schoten dikke rookwolken uit den reusachtigen kegel. Als de rook in hangende wolken neersloeg, werden deze gekleurd door den rooden vuurgloed van den krater. Op het punt, waar de rookwolk uit den krater brak, was zij niet minder dan 100 ellen in middellijn. Dit schouwspel gaf een grootsch kontrast tusschen de strakke kalmte van eene door ijs verstijfde natuur en de hevigheid van het onderaardsche vuur. Men noemde dezen kolossalen vulkaan, hooger dan de Etna en de piek van Teneriffe, naar een der schepen de Erebus. Op geringen afstand van dezen vuurberg verhief zich de kruin van eenen uitgedoofden of althans rustenden vulkaan, van nagenoeg dezelfde hoogte, dien men naar het andere schip de Terror noemde. Ross bevond zich destijds, den 2den Februarij, op 78° 4' zuiderbreedte, het zuidelijkste punt, dat ooit op onzen aardbol bereikt is.
Over 't algemeen vindt men in de zuidpoolstreken meer sporen van