Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/221

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
195
OVER DE ZUIDPOOLTOGTEN.

vulkanische werking dan rondom de noordpool. Binnen den noordpoolcirkel vindt men alleen het kleine eiland Jan Maijen, ten noorden van IJsland gelegen, hetwelk van vulkanischen oorsprong is. Maar in het zuiden is dat geheel anders. Voordat ross den vulkaan Erebus ontdekte, had hij reeds sporen van vulkanische uitbarstingen gevonden op de Auckland- en Campbell-eilanden en op Victoria-land. Op het kleine eiland Possession vond hij eenen grond, gevormd uit conglomeraat trachyt, basalt en lava. Het eiland Astrolabe, door dumont d' urville ontdekt en nabij Louis-Philippe-land gelegen, heeft een ringvormigen krater. Op het eiland Deception vond men afwisselende lagen van asch en van sneeuw, die in ijs veranderd was. Men kan daaruit zien, hoe spoedig de vulkanische uitwerpsels zich onder dit klimaat afkoelen, daar ze niet eens in staat waren de sneeuwlaag, waarop ze nedervielen, geheel te doen smelten. De kegel van den Erebus was tot aan den rand van zijnen krater met sneeuw bedekt. Alle eilanden, die evenwijdig aan Louis-Philippe-land op eene rij liggen, hebben eene kratervormige gedaante. Op het eiland Deception ontsnapt nog gas uit meer dan honderd vijftig openingen, en bronnen van heet water, die midden tusschen de sneeuw ontspringen, storten zich in eene altijd bevroren zee. Op de Zuid-Shetlandsche eilanden vindt men den kleinen vulkaan, Bridgeman geheeten, die geheel afgezonderd zich in de zee tot eene hoogte van 160 Ned. ellen verheft en nog rook uitwerpt.

Den 28 Januarij bevond men zich op 76 graden zuiderbreedte. De afwijking van de magneetnaald bedroeg meer dan 95 graden oostelijk. Had de magneetnaald in plaats van juist in de rigting van de noord- en zuidpool te wijzen, 90 graden afwijking vertoond, dan zouden zij zich op dezelfde breedte als de magnetische pool bevonden hebben; nu waren zij reeds zeer verre bezuiden dit punt. Er bestond echter geene mogelijkheid om dit punt te bereiken, omdat het op het vaste land gelegen was.

De ijsmuur, die hier de kust omgeeft, rust niet op den grond der zee. Men kon op 410 vademen den bodem der zee niet peilen. Deze geheele ijsmassa is dus alleen aan de kust vastgevroren. Zij verheft zich tot eene hoogte van ongeveer 60 ellen en heeft niet minder dan