300 ellen diepte beneden de oppervlakte der zee. Achter dezen steilen ijsmuur, boven volkomen vlak en aan de kanten zonder inhammen of vooruitstekende deelen, zag men eene rij hooge bergen, die zich tot op den 79sten graad naar de pool uitstrekte. Dit zuidelijkste punt van onzen aardbol, hetwelk ooit door een menschelijk oog gezien is, noemde ross naar den noordpoolreiziger, die het verste in het noorden was doorgedrongen, het Parry-land.
Hij vond hier slechts enkele ijsbergen, die eene hoogte van 60 ellen hadden. Zij waren kennelijk afgebroken stukken van den langen ijswal, die de kusten omzoomt, en zaten vast aan den zeegrond op eene diepte van 250 vademen. Boven van zulk een ijsberg, dien men beklom, kon men de hooge ijsvlakte overzien. Zij geleek op eene onoverzienbare vlakte van gesmolten zilver.
Het was onmogelijk ergens aan land te komen. De geheele kust was een gelijkvormige loodregte ijswal van 150 tot 300 voet hoogte. Nergens vertoonde zich eene spleet, langs welke men den top kon bereiken. Aan den voet dier ijsklippen lagen kleinere ijsbrokken verstrooid, die door het geweld der zee, welke er tegen aansloeg, waren los gebeukt. Meer dan 250 Engelsche mijlen was men langs dezen ijswal gevaren, toen er zich eindelijk een inham in vertoonde. Men kon hier den ijswal op verschillende punten meten en meer van nabij waarnemen. Men zag toen, dat de loodregt schijnende wanden niet geheel regt waren, maar naar alle zijden overhelden. Op sommige plaatsen hingen aan de overhellende randen kolossale ijskegels;—een teeken, dat het zelfs in deze streken somtijds dooijen kan.
Het was hem onmogelijk verder den ijswal te volgen, daar men zich dan bloot stelde om in het op nieuw zich vormende ijs vast te vriezen. Hij besloot daarom noordwaarts te stevenen. Op dezen weg ontmoette hij de vijf kleine eilanden, die balleny eerst had ontdekt.
Na dezen eersten togt ondernam kapitein ross nog twee andere. Hij ging in 1842 van de Falkland-eilanden naar de Nieuw-Shetlandeilanden en bezocht de door dumont d' urville bezochte kusten, die hij Louis-Philippe- en Joinville-land had genoemd. Ross deed op dezen togt de ontdekking, dat Louis- Philippe-land slechts een groot