Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
3
WINDVORMINGEN.

zoodat het naauwelijks noodig is om eenen sterken wind, bij droog weer, af te wachten en zich met eigen oogen te overtuigen, hoe de wind hier het drooge zand opneemt en dat, deels stuivende, deels voortrollende, tot heuvels ophoopt, om deze, vaak te gelijker tijd, aan de andere zijde weder te verwaaijen en verder op tot nieuwe hoogten bijeen te blazen. Bij alle dergelijke zandstuivingen van eenige uitgebreidheid is er gewoonlijk gelegenheid om dat vormen en weder afbreken van heuveltjes, het geheel effen waaijen van vlakten tusschen deze heuvels, het zich uitbreiden der zandstuiving door het overstuiven van aanpalende gronden, en nog eene menigte andere verschijnselen, allen gewrochten van den wind alléén, waar te nemen.

Wanneer sommige onzer zandgronden niet door eene korst teelaarde of door eene bekleeding van planten tegen den invloed van den wind beschermd worden, zijn zij geneigd om zandstuivingen te vormen. De voorwaarden daartoe zijn: dat het zand genoegzaam zuiver is en niet met leem vermengd; dat het zeer fijn van korrel en niet te zwaar is om door den wind opgenomen of voortgerold te worden; dat het droog ligt en open voor den wind. Ontbreekt een dezer voorwaarden, dan zal er geene zandstuiving ontstaan; terwijl in deze voorwaarden ook de oorzaken liggen, die een verder voortstuiven beletten, en tevens de middelen, die door den mensch aangewend kunnen worden om dat te keer te gaan.

Het zijn zeer dikwijls de hellingen van de heuvels met grind en keijen onzer nog bestaande of voormalige heidevelden, die het zand in zulk een fijn korreligen en zuiveren toestand opleveren, dat het geschikt is om te verstuiven. Dit zand schijnt, in voorwereldlijke tijden, langzamerhand en gedurende eene lange reeks van jaren, van die grindheuvels afgespoeld te zijn, met teruglating van het zwaardere grind en van de keijen en met loslating van den leem, die, door het water opgelost, verder afgevoerd en op andere plaatsen neergelegd is. Zoo ligt onder anderen de zandstuiving, die ik zoo even genoemd heb, aan den voet der heuvelreeks, welke door den spoorweg bij Maarn doorsneden wordt, en waarop het Fransche leger eens de bekende Zeister Pyramide tot eene hoogte van vijfenzestig el boven de oppervlakte