Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/255

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
229
VILT- EN TAPIJTWERKERS.

en het napje is op eenen tak vastgehecht door middel van spinwebdraden.

Maar wachten wij ons de natuur van stiefmoederlijke gezindheid te beschuldigen! Doorgaans blijkt, bij naauwkeuriger kennis, dat zij aan elk harer kinderen juist datgene geschonken heeft, wat tot instandhouding der soort noodig was. Zoo ook hier. Die kolibri's, hoe klein ook, zijn op verre na niet die onschuldige, magtelooze wezentjes, welke zij schijnen te wezen, wanneer men haar alleen kent uit afbeeldingen of uit de opgezette voorwerpen in een museum. Om haar regt te leeren kennen moet men die vogeltjes in hun vaderland gadeslaan. Men moet hen, met verbazende snelheid klapwiekende, zien zweven boven de bloemen, welker honig zij zuigen. Men moet hen als fonkelende edelgesteenten, door de zon bestraald, in dolle vaart zien schieten door de ruimte. En vooral, men moet hun gedrag tegenover andere dierlijke wezens opmerken. Dan komt men al spoedig tot de overtuiging, dat er geen strijdlustiger volkje is, dan de kolibri's. Zij zijn klein, maar dapper. Met onbesuisde woede vallen zij op elken vijand aan. Zelfs grootere roofvogels, valken enz., nemen voor hen de wijk, want de kolibri's bezitten in haren langen priemvormigen snavel een gevaarlijk wapen, waarvan zij zich bedienen om hunnen vijand de oogen uit te pikken, terwijl hun snelle vlugt en zelfs hunne kleinheid den roofvogel weinig gelegenheid geven om zijne klaauwen te slaan in het oogenschijnlijk zoo nietige schepseltje, dat hem telkens in het aangezigt vliegt.

Die opene nestjes zijn derhalve geheel in overeenstemming met den aard, het karakter en de levenswijze der kolibri's. Zij zijn te moedig, zij hebben te zeer het besef hunner werkelijke kracht, om het voorbeeld der meer vreesachtige vogels na te volgen en zich met hare eijeren en jongen in een nest met naauwen toegang te verschuilen. Zij behoeven geen barrikaden, geen wallen, geen bomvrije kasematen om zich te beveiligen, maar vechten het liefst in het open veld.

Die overeenstemming van den aard en het karakter der vogels met de wijze, waarop zij hunne nesten bouwen, blijkt nog duidelijker, wanneer wij van de nieuwe wereld, het uitsluitende vaderland der