Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/256

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
230
VLECHTERS, MANDENMAKERS, WEVERS,

kolibri's, onze blikken wenden naar de tropische en subtropische streken der oude. Daar zien wij ook een aantal soorten van vogeltjes, die mede uitmunten door kleurenpracht, die ook den honig van bloemen zuigen, hoewel zij zich bovendien met insekten en spinnen voeden en desgelijks eenen langen puntigen snavel bezitten. Het zijn de Honigvogels of Nectarinien, waarvan de talrijke, nog in verscheidene geslachten verdeelde soorten verspreid zijn over Afrika, zuidelijk Azië en eenige eilanden der Zuidzee. Zij vertegenwoordigen in die oorden de Amerikaansche Kolibri's. Maar, al zijn zij over het algemeen iets grooter dan deze, zij missen geheel en al den strijdlustigen moed, die dezen kenmerkt. Integendeel zijn zij schuw, vreesachtig, en de vrees maakt voorzigtig. Dit verkondigt zich dan ook in hunnen nestbouw. Tusschen de onderscheidene soorten bestaat ten dien aanzien meer verschil dan bij de soorten van kolibri's, zoowel in de gedaante van het nest als in de stoffen, die het zamenstellen en de plaats, welke het inneemt. Van zeer velen echter heeft het nest de gedaante van een peervormigen zak of beurs, die met het smalle einde is opgehangen aan een dunnen tak, terwijl de opening zich ter zijde bevindt. De bouwmaterialen dezer nestjes, verschillend naar de soort, zijn dan eens grovere, dan weder fijnere grasvezelen en smalle lange bladeren, of ook wel (b.v. bij Nectarinia pectoralis van Java, zie de afbeelding van het nest op de plaat) mos, stukjes korstmossen en schors, een en ander onderling verbonden door cocondraden en kapokvezelen (het wollige pluis van Gossampinus alba), terwijl het inwendige gevuld is met een zacht bedje van hetzelfde donzige pluis, waarop de eijeren gelegd worden, en waarin later de jongen zich koesteren zullen. Zij liggen daar veilig voor den nijdigen blik van roofvogels en voor het nog grooter gevaar, waarmede hen de slangen bedreigen, want het dunne takje, waaraan het nestje zweeft, kan door geen slang omkronkeld worden.

Er zijn nog zeer vele andere vogels, die hunne beursvormige nesten aan takken ophangen. Zoo b.v. doen zulks verscheidene soorten van het Amerikaansche geslacht Jcterus, de Troepialen, vogels, die de levenswijze der Europesche spreeuwen hebben, doch meerendeels schitterender kleuren, geel, oranje, rood, in hun gevederte vertoonen