Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/257

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
231
VILT- EN TAPIJTWERKERS.

ofschoon sommige soorten ook zuiver zwart zijn. Hunne grootte wisselt af van die eens vinks tot die eener duif. Ook in de grootte der nesten, welke zij bouwen, bestaat veel verschil. Eene soort, de in de bosschen van Guyana en Brazilië levende Chapoe (Icterus cristatus), maakt, uit dooreen geweven draden en vezelen van planten, nesten, die soms meer dan een Ned. el lang zijn, en welke het minste koeltje heen en weder doet slingeren. Deze vogels leven gezellig, en niet zelden ziet men dertig tot veertig dezer lange nesten aan eenen enkelen boom.

Ziehier een dergelijk nest, ofschoon vermoedelijk afkomstig van eene andere soort van hetzelfde geslacht[1]. Het bestaat geheel uit de lange, dunne, bruinzwarte schorsvezelen van palmen, onderling tot een digt vilt dooreen geweven en is aan een takje opgehangen door middel van twee koordachtige verlengselen. De breedte bedraagt slechts 10 Ned. duimen, doch de geheele lengte is een halve Ned. el, waarvan de eigenlijke nestzak de helft uitmaakt. Op eenigen afstand vertoont zich dit nest geheel als een groote, uit grof paardenhaar vervaardigde beurs.

Eene Noord-Amerikaansche soort (Icterus mutatus), die dergelijke, ofschoon merkelijk kleinere nesten uit lange, dunne, buigzame grasvezelen bouwt, en deze ophangt in de appelboomen der boomgaarden, is zulk een meester in de kunst van vlechten, dat eene oude dame eens in goeden ernst aan den Amerikaanschen ornitholoog wilson vroeg: of het niet mogelijk zoude zijn die vogels kousen te leeren breijen?

De meeste beroemdheid heeft echter de mede in Noord-Amerika te huis behoorende Baltimore-vogel (Icterus baltimore) erlangd. Het is een fraaije vogel, van de grootte eens leeuweriks. Zijn kop en hals zijn zwart, op de vleugels en overige deelen wisselt deze kleur af met een levendig oranje en witte zoomen langs de grootere vederen. Hij hangt zijn nest op aan de dunne uiteinden der takjes hoog in de boomen en verbindt het aan meer dan een dezer takjes door

  1. Zie de afbeelding op de bijgevoegde plaat, welke genomen is naar een voorwerp in 's rijks museum te Leiden. Op de étiquette leest men: Icterus, Buénos ayres.