Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/309

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

DE NAAISTERS ONDER DE DIEREN;

DOOR

P. HARTING.

 

 

In een vorig opstel (bl. 231) vermeldde ik de vraag eener bejaarde dame: of men eenen zekeren, zich door zijn kunstig vlechtwerk onderscheidenden vogel niet kon leeren breijen? Mijne geëerde lezeressen hebben welligt over deze onnoozele vraag geglimlacht. Maar toch, al zijn er geen vogels, die kunnen breijen, noch het immer zullen leeren, zeker is het, dat er vogels zijn, die de kunst van naaijen verstaan.

Indische snijdervogel

Indische snijdervogel (Orthotomus sutorius).

Hun aantal is niet groot,—trouwens buitengewone talenten zijn altijd zeldzaam, ook onder de dieren;—ook zijn zij kleine nietige wezentjes, die zich bovendien meerendeels geenszins door kleurenpracht onderscheiden, maar in hunnen dunnen priemvormigen snavel bezitten zij een uitmuntend werktuig, dat zij beurtelings als naald of priem en als eene fijne knijptang of schaar gebruiken om, door middel van wol of spinsel, bladeren zamen te naaijen en zoo eene buitenbekleeding voor hun nestje daartestellen. Uit hoofde van deze inderdaad bewonderingswaardige kunstvaardigheid heeft men hun den algemeenen naam van «snijder- of kleedermakervogels" gegeven.