Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/32

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
10
WINDVORMINGEN.

gegolfde plek weder overstoven wordt en dat de golfjes onveranderd met zand worden aangevuld en alzoo haren vorm onder de aarde bewaren. Indruksels van het een of ander, voetstappen van menschen of dieren, indruksels van regendroppels zelfs kunnen op die wijze bewaard worden. Op onze zandige zeestranden ziet men ditzelfde bij elke ebbe gebeuren, waar de voetstappen in het natte zand, van de zeemeeuwen onder anderen, telkens met aan de zon opdroogend zand volstuiven. Veronderstel nu slechts, dat zich boven zulk eenen afdruk, door de eene of andere oorzaak, eene menigte zand ophoopt, totdat hij onder een gebergte begraven ligt; veronderstel verder, dat dit gebergte gedurende eenige honderdduizendtallen van jaren zijnen druk blijft uitoefenen, en dat daarop het zand met het zeemeeuwenspoor weder voor den dag komt. Zou zoo het ontstaan niet uiterst gemakkelijk te verklaren zijn van die merkwaardige steenen, met de sporen van dieren uit de voorwereld, waarvan ons de voetstappen van een kikvorschachtig dier, ter grootte van een schaap, uit den bonten zandsteen van Hilburghausen, zulk een merkwaardig voorbeeld

Labyrinthodon

Labyrinthodon en planten uit het tijdperk van den bonten zandsteen; met de voetstappen, die van dit dier in den steen te Hilburghausen worden aangetroffen.