Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/37

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
15
WINDVORMINGEN.

dat 't de den alléén is, die ons van de zandstuivingen kan verlossen. In Drenthe is men daarin nog even achterlijk als in de houtteelt in het algemeen; zeer enkele zandstuivingen begint men daar met dennen te beteugelen, zoo als die van Norg en het eigenlijk in Friesland gelegene Appelsche Zand; maar in het straks genoemde Dieversche zand, onder anderen, vindt men nog nuttelooze pogingen aangewend om eiken, beuken, berk, els en sparren aan het groeijen te krijgen. Verloren moeite, verloren geld! Verstandiger is het dan om er niets aan te doen, zooals in de mark van Lhee en Lheebroek bij Dwingelo, waar men nog 800 bunders zand, aan één stuk, naar hartelust kan zien verstuiven en zich uitbreiden.

Het zoodanig planten van dennen in zulke zandstuivingen, dat ze opgroeijen, is eene kunst, die, hoe vreemd het ook klinken moge, slechts door weinigen goed verstaan wordt; en echter is die kunst gemakkelijk te leeren, ook zelfs voor lieden, die juist geene houttelers van beroep zijn.

Éénjarig dennenplantje.

Éénjarig dennenplantje.

Dennenschop.

Dennenschop.

Wil men de zekerheid hebben van een goed aanslaan, dan moeten de planten niet ouder zijn dan drie of vier jaar, en ze dienen met een kluitje aarde om de wortels verplant te worden. Valt dit kluitje aarde van den wortel af, dan is 't beter om het plantje weg te werpen. Daarenboven moet het kluitje niet te klein zijn, ten einde den gansenen wortel te kunnen omvatten. Men moet zich toch niet voorstellen, dat zulk een dennenplantje van naauwelijks vijf duim hoogte een klein worteltje heeft; minstens is dat twee palm lang en verbreidt zich met eene menigte haarworteltjes in de rondte. Ten dien einde zaait men de dennen, die ter verplanting moeten dienen, op eene plek heide, waar de korst teelaarde dik en vast is. Men steekt dan gewoonlijk met een schopje de plantjes uit den grond, maar steekt dan natuurlijk een aanmerkelijk gedeelte van den wortel weg; en geen wonder, dat

Den met de schop gestoken.

Den met de schop gestoken.