Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/395

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
367
DE GEOGRAPHISCHE VERSPREIDING DER DIEREN.

onder de kruipende dieren of amphibiën van linnaeus vinden wij b.v. de orde der schildpadden geheel ontbreken in de dierenwereld van de poolstreken, en nog beperkter zijn, onder de zoogdieren, de orden der tandelooze dieren (Edentata) en der buideldieren (Marsupialia).

Voor eene goede beoordeeling der bijzonderheden, die de geographische verspreiding der dieren aanbiedt, is het van belang de geslachten te kennen, die het meest algemeen verspreid zijn, ten andere de geslachten, die het grootst aantal soorten tellen, en eindelijk de verhouding, die er bestaat tusschen het aantal soorten van eenig geslacht en het aantal soorten van de geheele klasse. Dit laatste vraagstuk is nog slechts zeer onvolledig opgelost, daar wij nog ver af zijn van het aantal soorten te kennen, die tot elke dierklasse behooren, en dit niet alleen bij de klassen der lagere dieren, maar ook bij de vier klasssen, die tot de groote afdeeling der gewervelde dieren behooren. Hoe veel nog te onderzoeken overig is, blijkt misschien uit niets zoo overtuigend dan uit de rijke uitkomsten der nasporingen, welke in de laatste dertig jaren ondernomen zijn. In minder dan twintig jaren tijds ontdekte onze landgenoot p. bleeker meer dan 1200 nog niet beschreven soorten van visschen, dat is veel meer dan het dubbel aantal van alle vischsoorten, welke door linnaeus in 1766 in het Systema naturae waren vermeld,

Wij willen eenige voorbeelden ontleenen uit die klasse van dieren, welke het meest en volledigst bekend is, ik bedoel die der zoogdieren. Wij hebben hier eenige geslachten, die nagenoeg over den ganschen aardbol verspreid zijn: Cervus, Sciurus, Lepus, Felis, Ursus, Canis, Vespertilio. Onder dit laatste geslacht bedoelen wij geenszins het door linnaeus aldus genoemde geslacht, dat bijkans alle vledermuizen omvatte, maar het geslacht, dat geoffroy saint-hilaire aldus noemde, en waarbij wij zijn geslacht Plecotus voegen. Op deze wijze omgrensd behooren er slechts twee soorten toe, die linnaeus kende. Het is echter het talrijkste geslacht der zoogdieren, en omvat meer dan 100 soorten. Ook de overige zes genoemde geslachten bevatten zeer vele soorten, vooral het geslacht der eekhorens (Sciurus). Ondertusschen zijn er geslachten, welker geographische verbreiding