Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/403

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
375
DE GEOGRAPHISCHE VERSPREIDING DER DIEREN.

vreemd is. Alleen langs dien weg ontdekken wij misschien langzamerhand eenige der wetten, welke de oneindige Schepper bij het voortbrengen der bewerktuigde wezens gevolgd heeft. Niet wat men zich verbeeldt te begrijpen of te verklaren, maar wat men in de natuur vindt en opmerkt, niet wat men uitdenkt, maar wat men ontdekt, strekt tot uitbreiding eener echt wijsgeerige natuurkennis. In die meer beperkte en bescheiden grenzen is toch nog de akker onmetelijk uitgestrekt, en geen arbeid, met liefde tot de waarheid ondernomen, blijft op die velden geheel onbeloond.