Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/505

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

 

 

Een dubbel-meteoor.—Den 20 Julij 1860 des avonds ten 9¾ uur, werd in Noord-Amerika over eene lengte van niet minder dan 1000 Eng. mijlen een merkwaardig meteoor waargenomen. De baan liep ongeveer van N. 62° W. naar Z. 62° O., loodregt over het noordelijk deel van het Michiganmeer, over Godrich aan het Huronmeer, Buffalo, Elmira, de Hudson en dwars door Long Island naar den Atlantischen Oceaan, met allengs afnemende hoogten van 120, 85, 44 en 42 Eng. mijlen, welke uit de vergelijking van een groot aantal zooveel mogelijk naauwkeurige waarnemingen werden afgeleid. De duur van het verschijnsel was gemiddeld 15—16 seconden.

Aanvankelijk was het meteoor een enkelvoudige vurige bol, maar, boven Elmira gekomen, barstte het in twee stukken, die nu achter elkander hunnen weg vervolgden, nog gevolgd door eene reeks van vele kleine lichtpunten. De beide stukken vertoonden zich elk zoo groot als de volle maan, hunne gedaante was peervormig, met het breede einde vooraan; de kleur van hun licht was helder geel, naar het smalle einde meer roodachtig en omgeven van een smaragdgroenen lichtzoom. Hun ware doorsnede wordt geschat op 1513 mijl 322—533 Ned. ellen) en hun onderlinge afstand op 1—3 mijlen (1610—4830 Ned. ellen). (Mededeeling van Haidinger, naar berigten van Silleman, in Sitzungsber. d. k. Akad., 1861, XLIII, H. 2, 2e Abth., p. 304).

Hg. 
 

De aard en het ontstaan der meteorieten.Haidinger, die in den loop der laatste jaren menigvuldige gevallen van meteorieten heeft bekend gemaakt, heeft in de Sitzungsber. d. kais. Akad. d. Wiss., Bd. XLIII, H. III, 2e Abth., S. 389, eene verhandeling geplaatst, waarin hij uit de waarnemingen tot den oorsprong van het verschijnsel tracht te besluiten. Ofschoon hij zelf erkent, dat de uitkomsten van dit onderzoek nog verre zijn van op eenige zekerheid te kunnen aanspraak maken, zoo meenen wij toch de slotsommen daarvan,

1861.
12