Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/54

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
32
DE HARINGVANGST OP DE BENEDEN-WOLGA.

pond traan bevatten. Daar nu uit de proeven, die de visscherij-pachter nedoresow genomen heeft, in dit jaar 1857 1000 visschen van deze soort gemiddeld 2¼ pud traan opleverden, zoo laat zich berekenen, dat tot voortbrenging van de bovengenoemde hoeveelheid traan meer dan 76 millioenen haringen verbruikt zijn. Er zijn dus in dit jaar in 't geheel meer dan 126 millioenen dezer visschen in de Beneden-Wolga gevangen. Men staat verbaasd over de groote menigte haringen, die jaarlijks in de Noordzee gevangen worden, zonder dat men eenige vermindering kan opmerken. Men berekent hun getal op 1000 millioenen 's jaars—zeker te weinig. Maar hoe groot is het bekken van de Noordkaap en de Schotlandsche eilanden tot aan het kanaal en verder, en hoe klein daarentegen de smalle streep van de Wolga van de zee tot Zarizijn of het naburige Dubowka! Men kan ligt denken, dat de rivier, ten tijde van den togt dezer visschen, om zoo te spreken, daarmede gevuld is. Zoo is het inderdaad. Toen ik voor het eerst de vangst bijwoonde, werd het net slechts bij wijze van proefneming uitgeworpen; want men wist nog niet, of de visch er reeds was; maar het net liet zich zeer langzaam voortslepen; want het was vol, en toen het nabij den oever was, schatte een ervaren haringvisscher zijn inhoud op 80,000 haringen. Er was geen tijd om het te ledigen, daar alle beschikbare handen aan het werk gesteld moesten worden om een tweede net op te slepen. Dit bragt 115,000 aan en het derde werd op 150- tot 200,000 geschat. Altijd bleven nog de netten in het water, totdat men eene merkelijke vermindering bespeurde. Deze werd reeds op den derden dag opgemerkt en op den vijfden was de vangst reeds onbeduidend." De heer von baer berekent, dat, als er jaarlijks 50 millioenen haringen aan de Wolga worden ingezouten, de geheele omzet niet onder de 2 millioenen roebels bedragen kan.

R.