Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/60

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
38
WINDVORMINGEN.

Ik heb nu het een en ander verteld over veranderingen van den bodem, die alleen den wind tot oorzaak hebben; maar nog niet gesproken over de gronden, die door wind en water tevens tot hunne tegenwoordige uiterlijke gedaante gebragt zijn.

Vele onzer gewone zandstuivingen begrenzen, met eene langgerekte strook, uitgestrekte vlakke gronden, al dan niet met veen bedekt, doch welke, in vroegere tijden, zeer wel met water bedekt en alzoo meren hebben kunnen zijn. De zanden van de Vechtoevers in Overijssel liggen aldus, aan den noordelijken rand, deels van het Hammervlier en het Almelosche Veen, deels aan dien van het Dalmsholt.

Tusschen Weert en Maarheeze in Noordbrabant ligt eene soortgelijke, zeer in 'toog vallende duinenreeks, langs eene uitgebreide platte vlakte; en boven Nederweert wordt de Peel, het Eeuwige

Vermoedelijk voormalig meer bij Weert.

Vermoedelijk voormalig meer bij Weert.