Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/61

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
39
WINDVORMINGEN.

Leven, eene zeer uitgebreide geheel door hoogten omringde vlakte, eveneens door zulke zandduinen begrensd. Zou het nu niet mogelijk kunnen zijn, dat deze vlakten en duinen met elkander in verband stonden? Dat de vlakten eenmaal diep onder water hebben gestaan; dat zich hierop golven gevormd hebben, die zand opwelden en naar de oevers voerden, op dezelfde wijze als zulks nog tegenwoordig geschiedt bij de groote zoetwatermeren van Noordamerika; en dat een gedeelte onzer zandstuivingen aldus als ware meerduinen zijn te beschouwen? Is dit zoo, dan moeten de heerschende winden ook in de ligging dezer meerduinen te herkennen zijn. Zulks is mij evenwel nog niet mogen gelukken. Bij de zoo even opgenoemde voorbeelden liggen de duinen aan de noord- en westzijden van de vermoedelijke meerbodems, en zouden aldus op heerschende zuidoostelijke winden duiden; elders daarentegen vindt men duinen aan de zuidzijde van zulke vlakten, als omstreeks Best en Oirschot en ten zuiden van Valkenswaart. Hoe dit ook zijn moge, het is wel de moeite waard om deze zaak niet uit het oog te verliezen, en te trachten om door nader onderzoek, en bestudering van nog bestaande meren met zandige oevers, achter de waarheid te komen.

 

Zijn deze meerduinen nog slechts gissingen, met zekerheid kan men daarentegen den oorsprong aanwijzen van sommige stuifzanden, die in de onmiddellijke nabijheid onzer groote rivieren voorkomen. De rivier zelve heeft die opgeworpen, gelijk zij nog heden ten dage, wanneer zij bij eenen hoogen waterstand de oevers diep overstroomt, verrigt. Eigenaars van uiterwaarden behoeft men slechts te vragen, of zij het verzanden wel ondervonden hebben van hunne kostbare weilanden, en men kan zich dan meestal voorbereiden op het aanhooren van een lang verhaal, hoeveel honderden guldens zij vaak hebben moeten uitgeven om de duizenden vrachten zand, die door eenen enkelen wintervloed over het weiland gestort waren, weg te voeren.

Zulke overstortingen van zand zijn de beginsels van Rivierduinen; want zoodra zij droog komen te liggen, maakt de wind er zich meester van en waait het vlakke zand tot heuveltjes te zamen, zooals men met eene menigte voorbeelden langs de rivieren kan aantoonen. Van