Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/162

Uit Wikisource
Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina
142
OVER DEN VERMOEDELIJKEN OUDERDOM

geraamte besloten was, met oogmerk om het naar Parijs te zenden. Doch voor de afzending werd het eiland genomen door de Engelschen, en de admiraal cochrane zond den steen aan de admiraliteit te Londen, die hem aan het Britsch Museum ten geschenke gaf, waar hij zieh nog bevindt. Het hoofd ontbreekt er aan, en nog meer beenderen worden gemist of zijn niet zigtbaar, daar zij welligt dieper in het steenblok liggen. Andere beenderen liggen niet op hunne plaats. Maar het grootste gedeelte der beenderen is zigtbaar en het natuurlijk verband er van is in zoo ver bewaard gebleven, dut het geraamte bij den eersten oogopslag voor een menschelijk geraamte erkend wordt, gelijk het dit dan ook inderdaad is. — Daar had men nu een echt menschelijk geraamte, gevonden in een vasten kalksteen, harder dan


Op deze plek in de tekst zou een afbeelding moeten verschijnen.

Fossile mensch van Guadeloupe.

marmer. Daar had men dus een waarlijk fossilen mensch uit de voorwereld; want de kalksteen behoorde, dus zeide men, toch in elk geval tot een der oudere geologische tijdperken, minstens tot de vormingen der tertiaire periode.

Intusschen bleek ook hier al weder spoedig, dat men zich vergistte. Davy onderzocht stukjes been van het naar Engeland overgebragte geraamte en bevond, dat deze met al hunne phosphorzure kalk ook nog een gedeelte van hunne dierlijke stof bezaten, wat met den veronderstelden buitengewoon hoogen ouderdom er van niet was overeen te brengen. Ook het onderzoek van den steen, waarin het geraamte besloten lag, deed, daar het stukken van hedendaagsche schelpen bevatte, twijfel ontstaan. Een op de plaats zelve ingesteld onderzoek bewees dan ook, dat die steen niets anders is dan een tufsteen, die gevormd is en daar nog dagelijks gevormd wordt uit de door de