Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/199

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
179
VICTORIA REGIA.

veel verrassender uitkomsten verkregen, in zoo verre men de ondervinding opdeed, dat zelfs 50 Ned, pd, ter naauwernood in staat waren hare volwassene bladen water te doen scheppen. Ook in den Amsterdamschen kruidtuin leidden die proeven tot dezelfde uitkomst, en er is dan ook op dit oogenblik geene reden meer om de gelijkluidende uitkomsten van tal van waarnemers, de draagkracht der Victoriabladen betreffende, in twijfel te trekken. — Het spreekt van zelf, dat men, bij het bezwaren dier bladen, op twee zaken te letten heeft, nl. 1° daarop, dat zij in volkomen gaven toestand behooren te verkeeren, en 2° op de noodzakelijkheid om de drukking, door het gewigt uitgeoefend, zoo gelijkmatig mogelijk te doen zijn. Aan het laatste vereischte wordt voldaan door in plaats van één groot, vele kleinere gewigten te bezigen, en deze dan te verspreiden over eene dunne kruisplank, die men van te voren voorzigtig op het blad deed neêrdalen.

Vraagt men naar de oorzaken, waardoor de draagkracht der Victoriabladen wordt te weeg gebragt, dan noemen wij als zoodanig de drie volgende: 1° de uitgebreidheid der bladen zelven, 2° de poreusheid van hun weefsel, en 3° de verdeeling hunner ondervlakte in een tal van luchthoudende kamers met sterk verhevene randen. Vooreerst toch is het duidelijk, dat men, het overige gelijkstaande, meer kracht zal moeten aanwenden om een drijvend voorwerp van groote, dan van kleine afmetingen te doen onderduiken; ten tweede leert ons de ondervinding, dat die kracht nog aanzienlijker zal behooren te zijn, indien het voorwerp (b.v. een omgekeerd bierglas) gevuld is of ondersteund wordt door lucht, omdat deze, tegen onze bedoeling in, het voorwerp in drijvenden toestand zal trachten te houden; en ten derde spreekt het van zelf, dat eene verdeeling van de ondervlakte van eenig drijvend voorwerp in hokjes het verschuiven en ontsnappen van de tegen die vlakte aangezamelde lucht verhinderen en dus de standvastigheid zijner draagkracht verhoogen zal. — Dat er lucht in de kamers aan de ondervlakte der Victoriabladen voorhanden is, bleek ons uit eene proef, waarbij eene met water gevulde klok omgekeerd op de bovenvlakte van zulk een blad neêrgezet, en dit laatste van onder met een lang mes op verschillende plaatsen werd doorboord. Iedere opening, in het blad gemaakt, deed terstond eene of meer kolossale luchtbellen