Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/200

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
180
VICTORIA REGIA.

naar boven stijgen, en ofschoon wij er nu niet op bedacht zijn geweest om die lucht scheikundig te doen onderzoeken, zoo komt het ons toch voor, dat zij niet door het blad zelf werd uitgestooten of afgescheiden, maar afkomstig was uit het slijk van het waterbekken, waarin de plant tierde.

Uit de bekend gemaakte opgaven — geheel overeenstemmende met onze eigene uitkomsten — blijkt, dat de bladen der Victoria in volwassen toestand doorgaans eene middellijn hebben van 6 voet of ongeveer 2 Ned, el. Enkele malen slechts nam men in Europa eene middellijn van 7 voet waar. De vroeger genoemde reizigers maken ook van geene grootere middellijn dan die van 6 voet gewag. Te oordeelen echter naar het reisverhaal van richard spruce, gedagteekend uit Santarem, schijnt het niet twijfelachtig, dat de Victoria in haar vaderland bladen van 12 voet middellijn voortbrengt. De metingen, op deze daadzaak betrekking hebbende, werden niet door spruce zelven, maar door een zekeren kapitein hislop verrigt; het verdient echter volgens dezen waarnemer de aandacht, dat die metingen de bladen golden van niet bloeijende planten, en in 't werk gesteld werden gedurende het natte jaargetijde, als wanneer waterbekkens, des zomers niet dieper dan 2 voet, tot eene hoogte van 15 voet gezwollen waren. Meent men nu ook al aan de berigten van spruce geen onvoorwaardelijk geloof te mogen hechten, omdat de reizigers, die vóór hem de natuurlijke groeiplaatsen der Victoria bezochten, deze ook wel degelijk tijdens de zoogenaamde kwade mousson aandeden, toch blijft eene middellijn van 6 a 7 voet, zoo als deze aan de bladen der Koninklijke Waterlelie eigen is, tot de opmerkenswaardige bijzonderheden behooren.

Tot het bereiken van hun vollen wasdom, hebben de bladen der Victoria, waarvan er gewoonlijk niet meer dan vier te gelijker tijd aan dezelfde plant voorkomen, slechts 3 à 4 weken noodig, zoodat het wel bijna overbodig zal zijn te zeggen, dat zij buitengewoon snel groeijen. Van houtte, te Gent, zag hunne middellijn in 3 dagen een ned, palm toenemen en in den Hamburger kruidtuin werd het maximum van groeikracht waargenomen bij een blad, welks middellijn in 24 uren 11 Par, duim langer werd. Binnen 6 — 8 weken hebben de bladen der Victoria hun levensloop volbragt en beginnen zij hun sierlijk voorkomen te verliezen.