Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/445

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
39
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

handelwijze om de verhitting van oplossingen, die daarbij tegen de toetreding van zuurstof beschut moeten zijn, onder eene laag paraffine te doen plaats grijpen, die zich daarbij zoo volkomen toereikend vertoont, dat men het lastige omringd houden daarvan door eene atmospheer van koolzuur of het gebruik der Mohrsche klepbuis volkomen kan ontberen.

 

De Andaman-eilanders. — In de zitting van 13 Januarij j.l, der Royal Geographical Society deelde owen het een en ander mede over de bewoners der Andaman-eilanden, naar aanleiding van een geraamte, hem gezonden door dr. monat, die in 1859 die eilanden had bezocht. De Andaman-eilanders zijn klein van gestalte, zeer onbeschaafd en zeer vijandig jegens vreemdelingen. Het meest dat men van hen weet, is bekend geworden door twee gedeserteerde cipayers, die, na eenigen tijd onder hen vertoefd te hebben, vrijwillig naar Engelsch Indië terug kwamen. — Het geraamte, door owen onderzocht, was zeer goed geëvenredigd, schoon klein. Het hoofd geleek niet op dat van een Papoe, nog minder op dat van een Neger, en was noch met den Maleischen, noch met den Mongoolschen schedelvorm verwant. Uitgezonderd de prognathe kaken, geleek het in zijn klassiek ovaal en zijne algemeene evenredigheid het meest op een Kaukasischen schedel. Zouden — vraagt owen — de vulkanische Andaman-eilanden ook een gedeelte hebben uitgemaakt van een vastland, dat nu niet meer bestaat, en de Andaman-eilanders de overblijfselen zijn eener bevolking, welke dat vastland eenmaal bewoonde? Ref. zou vragen: zouden de Andaman-eilanders ook afkomstig kunnen zijn van een op zee verdwaald gezelschap Indiers van Hindoeschen of Dravidischen stam?

 

Natuurlijke vorming van veronderstelde vuursteenen pijlspitsen. — Onmiddelijk onder de oppervlakte van den bodem te Croyde Bay, in Noord-Devon, aan den uitgang van een klein dwarsdal, heeft whitley een groot aantal gebroken vuursteenen gevonden. Ongeveer tien procent er van hebben min of meer den vorm van eene pijlspits, maar zij gaan met ongevoelige gradatiën over van wat volmaakte door menschen vervaardigde pijlspitsen schijnen te zijn tot zulke ruwe splinters, als duidelijk de voortbrengselen zijn van natuurlijke oorzaken. Men ziet hieruit, hoe voorzigtig men moet wezen bij de beoordeeling van den natuurlijken of artificiëlen oorsprong van vuursteenen voorwerpen. — Dit berigt werd medegedeeld in de zitting van 22 Jan. j.l. van de Geological Society.

 

Ontwikkeling van kikvorschmaskers. — In een opstel, gelezen in de zitting