nemingen bestaat in eene herhaling van de bekende proeven van pasteur, vroeger in dit Bijblad opgenomen, en welke, gelijk men zich herinneren zal, bestaan in het laten inwerken van al of niet met het stof der lucht bedeeld schietkatoen of amianth op eene van alle levende kiemen beroofde organische oplossing. De uitslag was juist tegenovergesteld aan de uitkomsten van pasteur. De tweemalen gekookte oplossing, in aanraking met gecalcineerde lucht, leverde Bacteriën en schimmels op, ook dan wanneer er volkomen zuiver schietkatoen, ja zelfs wanneer er in 't geheel niets bij gedaan was. De tweede reeks van proeven zijn, gelijk J. en M. het uitdrukken, meer physiologisch, minder chemisch dan die van pasteur; zij bedoelen daarmede, dat zij, zonder voorafgaande verhitting der lucht enz., in de vrije lucht genomen zijn. — Sneeuwwater en gedestilleerd water kunnen zeer lang aan de lucht blootgesteld blijven, zonder dat er zich eenig spoor van bewerktuiging in vertoont. Toch kunnen de infusoria in zulke wateren verscheidene dagen blijven leven. Bragt dus de lucht hunne kiemen aan, dan moesten deze zich in zulke wateren ontwikkelen. Gedestilleerd water nu, in aanraking met van luchtstof voorzien schietkatoen of amianth, geeft aan zeer weinig organische wezens, vaak zelfs aan geen enkel het aanzijn. Gedestilleerd water, waar men veel stof bij doet, vertoont spoedig leven, — doch slechts Bacteriën en Monaden, de eenvoudigste organismen. Laat men er eenige zorgvuldig afgewasschen Asterbladen in weeken, dan komen er binnen weinig dagen niet enkel Bacteriën en Monaden, maar ook van trilharen voorziene infusorien (Kolpoden. Parameciums enz.) te voorschijn. Gedestilleerd water, dat gediend had om de kwik van een zeer stoffige pneumatische kuip te wasschen, bleef onvruchtbaar. — Hetzelfde gefiltreerd aftreksel van gehakt hooi werd in grooter hoeveelheid gedaan in een groot vat A, en in zeer kleine hoeveelheid in een klein vat B, dat in het eerste dreef. In A verkreeg men van trilharen voorziene infusorien, in B slechts Bacteriën en Monaden. Zoo de kiemen der trilhaar-infusorien zich in de lucht bevinden, waarom ontstaan er dan geene zulke infusorien in het kleine vat, terwijl het groote er van wemelt? (Compt/ rend., Tom LV, pag. 488).
Geleiding der irritatie in de zenuwen. — H. munk heeft in een voorleden jaar in het Archiv. f. Anatomie und Physiologie geplaatst opstel aangetoond, dat de overbrenging van prikkeling in eene zenuwlengte A C, die het dubbele bedraagt van B C, meer dan den dubbelen tijd vereischt, die noodig is voor de overbrenging in B C. — Thans heeft dezelfde de maxima van prikkeling (Erregungs-maxima) in gansch van het organisme afgescheiden zenuwen, en de wijzigingen, welke deze maxima met den tijd ondergaan, bestudeerd. Het