Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/59

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
39
HET ZILVER.

Het wulf W van den oven wordt gedekt door eene kap K van geklonken plaatijzer, die, door middel van kettingen aan eene kraan bevestigd, gemakkelijk weggenomen en geplaatst kan worden. Deze kap is van binnen met eene laag leem voorzien.

De oven heeft vier openingen: die, welke aan de vlam van den haard toegang verleent, de twee openingen b en b', waarin de pijpen uitmonden van twee blaasbalgen, welke gedurig versche lucht over het oppervlak van het bad verspreiden, waardoor de oxydatie van het lood bevorderd en het goudglit naar den kant geblazen wordt; verder de opening L om het lood in te brengen en eindelijk de opening g, waardoor het goudglit wegvloeit en die glitgoot (Glüttgasse) genaamd wordt.

Bij den aanvang der bewerking is deze opening door de kupel gesloten, doch deze wordt achtereenvolgend ingesneden, zoodat het goudglit kan wegvloeijen op den bodem van de werkplaats, alwaar het zich verzamelt en vast wordt. Het is zeer noodzakelijk, dat dit goudglit van het metaal verwijderd worde, dewijl het anders het toetreden van de lucht tot het lood verhinderen en zoodoende de verdere oxydatie beletten zou.

Om eene kupellatie te beginnen, moet men eerst de kupel gereed maken. Hiertoe wordt de kap omhoog gehaald, en de oude kupel, welke geheel met goudglit doortrokken is, uitgebroken. De stukken worden tot andere doeleinden gebruikt. Dan bevochtigt men de metselsteenen ss' van de zool met water, en brengt er den mergel laagsgewijze op, zorg dragende dien met een stamper vast ineen te werken; vervolgens laat men de kap weer neder en strijkt al de openingen zorgvuldig met leem digt.

Men laadt den oven met ongeveer 160 quintalen lood, en men begint te stoken. Het lood smelt al spoedig; dan brengt men de blaasbalgen langzamerhand in werking. Door de toegevoerde zuurstof van de lucht begint nu het lood te oxyderen, en het oppervlak van het bad wordt overdekt met een zwartachtig stof van loodoxyde met vreemde zelfstandigheden vermengd. Dit stof, Abstrich genaamd, smelt niet, omdat de temperatuur daartoe niet hoog genoeg is, Van tijd tot tijd werpen de werklieden eenig poeder van houtskool op het bad, en