Pagina:Album der Natuur 1862.djvu/76

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
56
AMERIKAANSCH POLYNESIË.

Van andere produkten wordt het meest de kokospalm vermeld. Zonder uitzondering bestaan al deze eilanden uit koraal-formatiën, die zich slechts weinig boven de oppervlakte der zee verheffen en gewoonlijk dien eigenaardigen ringvorm met eene daarin beslotene lagune vertoonen, welke de zoogenoemde Atollen kenmerkt. Dat de kokospalm hier voor den handel van beteekenis kan worden, bewijst het voorbeeld van het Torring-eiland, van hetwelk thans reeds eene aanzienlijke hoeveelheid kokosnootolie wordt uitgevoerd. Echter zijn niet alle eilanden zoo gezegend. Het volkomen gebrek aan drinkwater, waaraan vele en daaronder de grootste dezer eilanden, zooals Palmyra en Christmas-eiland lijden, verhindert alle duurzame kolonisatie. Schildpadden vindt men in grooten getale op de meeste eilanden, ook is de zee rijk in visschen. Slechts zeven van deze eilanden, welke men bezocht heeft, zijn werkelijk bewoond, de overigen zijn grootendeels onbewoonbaar. De Amerikanen kunnen dus van deze nieuwe bezitting geene groote schatten verwachten.

De voornaamste eilanden, die tot dit zeegebied behooren, zijn de Walker-eilanden, Sarah Anne, Christmas-eiland, Fanning-eiland, New-York- of Washington-eiland, de Samarang-eilanden, Palmyra-Makin- of Pitt-eiland, Maraki- of Matthew-eiland, de Phoenix- en Union-eilanden, Swain-eiland, Gente Hermosa, San Bernardo en Danger-eilanden, de Perrhyn-, Wostock-, Flint- en Caroline-eilanden, benevens eenige, die in de binnenzee van dit watergebied verstrooid liggen. | Slechts van enkelen van deze valt iets belangrijks te zeggen. Het Christmas- of Kerst-eiland is het grootste en het meest bekende. Het is reeds door cook op zijne derde reis den 24 Dec. 1777 ontdekt. Het verheft zich niet meer dan tien voet boven de oppervlakte der zee en heeft de gedaante van een hoefijzer, dat eene ondiepe baai omsluit. Een rif van koraalrotsen omringt het geheele eiland. De grond bestaat uit verrotte planten, vogelmest en zand. Het eiland heeft volstrekt geen zoet water en is dan ook onbewoond. Het is daarentegen rijk aan zoutmeren van een aanzienlijk zoutgehalte. De plantengroei bestond vooral in laag houtgewas, gras en kokosboomen. De zeelieden van cook vingen er omstreeks 300 schildpadden, die gemiddeld 90 tot 100 pond zwaar waren.