Pagina:Apologie van Pr Willem I van 1580.pdf/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
):[ 27 ]:(

ken, d'welck men in 't voortschrijden[1] veel eer met den voeten pleecht te vertreden, dan hem veel te bemoeyen om daer teghen te staen vechten :maer ghemerckt dat luyden van so grooten qualiteit haer so verre ende soo leelick vernederen, datse gheen werck en maecken van met quaet te spreken ende andere valschelick te beschuldighen, haren tijt onnuttelick over te brenghen:) Soo hebben wy voor noodich aenghesien den mondt eens ten rechten op te doen, ten eynde dat ons vaderlant (voor 't welck wy dat leven insghelijcks bereyt zijn by te setten, also wy die goeden alreede

  1. Voor scbryven is in de Leydsche uitgave van JAN PAEDTS JACOBSZ, van M.D.C.IX. in 4°, ook in de Middelburgsche, welke by ROELOF KNUIJST in 1662 in 12e, gedrukt werdt onder den tytel van Hollants voordeel opgekomen door hare Hoogheden, door Godts Genade, Prince van Orangien en Nassau, en deze uitgave, of die van PAEDTS werde door WILLEM COULON en ABRAHAM FERWERDA in 1746 gevolgt. Zy hebben ondertusschen meer onverstaanbare drukfeilen: als by voorbeeld, voor 't geen boven bl. 14 door de Printe aan het licht ghebrocbt te lezen saat, door den Prince a. h. l. g, waar door de sin geheel veranderd wordt, en van de rechre lezing asgegaan, welke in de geprivilegieerde uitgave van CHARLES SILVIUS, ghesworen Drucker der Staten 's landes van Hollandt is uitgedrukt. Ik heb deze uitgave gevolgt, sy is in 4°, en van 't jaar M.D.LXXXI. — Of nu deze uitgave het origineele opstel is van PIERE L'OYSELEUR, dan de Fransche, os de Latynsche, welke alle te gelyker tyd het licht zagen, zal na vergelyk van die drie stukken minder bedenken baren, wanneer men de Nederduitsche het omstandigste bevinden zal.