Pagina:Apologie van Pr Willem I van 1580.pdf/85

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
):[ 83 ]:(

Godt (die een rechtveerdich richter is, ende sodanige boosbeyt niet en pleecht onghestraft te laten) de wraecke daer over niet en doet binnen zijnen levenden lijve, hem van zijnen state afsettende, also hy seer wel verdient heeft, al waert soo dat hy geen ander faute dan dese bloetschande, metgaders soo een leelicke moort ghedaen hadde. Maer hy was (sullense segghen) ghedispenseert sulcks te doen. Van wien doch? Van den Paus van Roome, die een Godt op eerden is. Die heeft het voorwaer moeten doen: want de Godt des Hemels en hadde hem noyt sulcks verwillighet. Nu op wat voet moeste dese eerdsch-hemelsche dispensatie gheschieden? Om dat men soo schoon een Coninckrijcke niet en behoorde sonder erfghename te laten. Dit was de oorsake waerom dat boven dese vervaerlicke fauten, die alreede verhaelt zijn, noch heeft desen schrickelicken nederslach moeten geschieden, dat de vader zijnen eygenen sone ende erfghename soo onmenschelicker wijse ende onghenadelic vermoort heeft, [1] ten eynde

  1. Waarom de Erfprins Karel werdt ter dood gebragt, is van ieder, byna op eene verschillende manier, gegist geworden, doch nergens voldoende betoogd: Dan het is zeker, dat Philips zyne onrechtvaardigheid, reeds van den eersten