Pagina:Arbeiders.djvu/47

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
45

wordt teruggedrongen, zonder er door te worden medegesleept, om weder in dien maalstroom tot in het oneindige rond te draaien. Een zoodanigen cirkelgang van eenen stroom noemt men in het Noorsch: Evje of Bagevje.

De tallooze Evjer, die door den stroom des levens gevormd worden, zijn gedeeltelijk zoo klein, dat er voor een enkelen persoon slechts plaats in is, gedeeltelijk zijn zij zoo uitgestrekt, dat geheele familiën, ja zelfs geheele partijen, er plaats in kunnen vinden; ja men kent zelfs Bagevjer op historisch gebied, in welke een geheel volk om zich zelf steeds heeft gedraaid, wel gedrukt, maar niet medegesleept door den tijdstroom.

Ook het maatschappelijke leven van een land heeft zijne Bagevjer, en in Noorwegen noemt men de groote staats-Evjer, Departementen. Het zijn geweldige massa's langzaam ronddraaiend papier, die evenals een maalstroom, om eene diepe opening langzaam ronddraaien; niets bevindt zich daar, maar alles wordt er in getrokken, draait er een poosje rond, verdwijnt en laat geen enkel spoor achter.


De kamerheer Delphin legde zijne pen neder, schonk zijn glas weer vol, ledigde het in eenen teug, en bekeek zich ondertusschen in den voor hem hangenden spiegel. Het was laat in den nacht. Hij zat in zijne hemdsmouwen met witte das en laag uitgesneden vest, want hij was zeer warm.

George Delphin was juist van een bal teruggekeerd en in zijne voor een vrijgezel comfortabel ingerichte woning op den Wergelandsweg, rookte hij nu eene sigaar. Het was zijne gewoonte tot laat in den nacht op te zitten — inzonderheid wanneer hij eene partij had bijgewoond — en wanneer hij zich dan niet aan zijne piano plaatste, schreef hij soms het een of ander artikel. Des morgens voelde hij zich dan altijd alles behalve frisch, en ge-