Pagina:Arbeiders.djvu/57

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
55

venus in de hoofdstad, zijn naam had nog te weinig goeden klank. Hij was een vermogend man geworden door het verkoopen van bouwgrond, en door een' houthandel; in het begin van zijne loopbaan was alles echter op zeer kleine schaal ingericht geweest. Nu, zooals gezegd is, was hij rijk en was het het doel van zijn streven toegang tot de hoogere kringen in de maatschappij te verkrijgen. Op den staatsraad Bennecken, met wien hij kennis had gemaakt, toen deze nog assessor was, stelde hij zijne hoop, en de vriendschappelijke verhouding scheen van jaar tot jaar inniger te worden. De dames in de stad verwonderden er zich ten hoogste over, want de familie Bennecken behandelde een ieder nog al uit de hoogte; de heeren meenden, dat zulks door zaken kwam; Falck-Olsen had den minister zeker wel eens aan geld geholpen, en eenigen geloofden zelfs, dat hij nu en dan nog wel eens bijsprong. In het algemeen maakte men zich een weinig over den ijdelen koopman vroolijk, want, daar hij door eigen arbeid zijn geld verworven had, beteekende die rijkdom in de oogen van de meesten niet veel. George Delphin placht te zeggen: "dit is het onaangename van de geschiedenis, dat juist wanneer men denkt met den voornamen groothandelaar Falck te spreken, men op eens bemerkt, dat men met den simpelen houthandelaar Olsen staat te praten."

Mevrouw Falck-Olsen deelde volstrekt den smaak van haren man niet voor groote partijen: zij hield meer van kleine gezellige damestheevisites. Het was niet bekend, waar zij geboren en opgevoed was; haar stamboom was, zoo drukte de kamerheer Delphin zich uit, één van de eerste boomen geweest, dien haar man had neêrgeveld, toen hij in rang begon te stijgen. Intusschen had zij zeer goed haren man op zijnen weg kunnen volgen, omdat zij leerzaam van karakter zijnde, ook eene groote mate van geduld bezat; haar optreden was tevens zoo, dat zij een