Pagina:Arbeiders.djvu/6

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
4

klaagden over de warmte; eenige stukken hadden zij echter altijd in de hand, voor het geval, dat zij iemand op hunnen weg ontmoetten. De nieuwelingen, die nog niet aan het werk gewoon waren, hadden veel moeite wakker te blijven; als verwelkte zonnebloemen hingen zij met 't hoofd over de tafel gebogen, soms sprongen zij verschrikt uit hunne zoete sluimering ontwaakt, op, en dan hadden zij het bijster druk met hunne papieren in orde te brengen. Papier was er overal. De klerken waren er geheel van omringd; al de planken tegen de muren waren propvol. Er was grauw papier, wit papier, geel papier, pakpapier, postpapier, bordpapier, vloeipapier, gestempeld papier, nieuw papier en ook heel oud papier met gele kanten. Papier lag in enkele vellen, in een omslag, of wel in groote pakken gebonden op den vloer, op de stoelen en tafels; het was werkelijk eene overstrooming van papier en de ongelukkigen, die daar hunne bezigheid hadden, moesten, naar het scheen, zich er op voorbereiden, eenmaal den dood in 't papier te vinden, zoo zij zich ten minste door zwemmen niet konden redden.

In het vertrek naast dat van Mortensen zat de commies Örseth. Hij was klein van gestalte, droeg een' zwarten baard en was zeer levendig. Hij stoof de kamer, waar Mortensen zich bevond, binnen; een courant hield hij in de hand.

"Hebt gij dit artikel gelezen, Mortensen, het gaat nu werkelijk al te ver .... anders, lees dit stuk eens over het stemrecht van de werklieden. Dat zoo iets openlijk geschreven, gedrukt, verspreid wordt .... de schrijvers van zoodanige artikelen verdienden dat zij opgehangen werden."

Mortensen wierp vluchtig eenen blik op het blad.

"Dat las ik van morgen .... onzin!"

"Onzin! Mortensen, neen veel erger is het.... leugenachtige ophitsende woorden, die hoogst gevaarlijk voor de rust van de maatschappij zijn. O, wanneer ik het bedenk,"