Naar inhoud springen

Pagina:Architectura vol 005 no 004.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

VIJFDE JAARGANG No. 4.ZATERDAG 23 JANUARI 1897.

ARCHITECTURA / ORGAAN V.H. GENOOTSCHAP ARCHITECTURA ET AMICITIA
ARCHITECTURA / ORGAAN V.H. GENOOTSCHAP ARCHITECTURA ET AMICITIA

UITGEVERS: J. VAN DER ENDT & ZOON MAASSLUIS.

Redactie: jos. th. j. cijpers, j. l. m. lauweriks, m. de jongh, c. w. nijhoff en k. de bazel.
bijdragen voor het blad te zenden aan den heer k. de bazel, nicolaas beetsstraat 118, amsterdam en alles, wat de administratie van het genootschap betreft, aan den 1sten secretaris, american-hotel, te amsterdam.
voorwaarden van het lidmaatschap: het orgaan met technisch gedeelte wordt wekelijks franco toegezonden aan alle leden van het genootschap. de jaarlijksche contributie voor het lidmaatschap bedraagt:
voor gewone leden . . . . . . . . . . . . . ƒ 12.—
  „   kunstlievende leden . . . . . . . . . „ 10.—
  „   buitenleden en aspirant leden . . . . . „ 7.50



L. BERGHUIS, † 15 JAN.RI 1897.

Op jeugdigen leeftijd overleed den 15en januari te arnhem, de heer l. berghuis, hoofdleeraar aan de Industrieschool voor vrouwelijke jeugd te amsterdam.
Hoewel hij eerst langen tijd het practische deel der bouwkunst beoefende — o. a. bij den bouw der societeit sic semper te utrecht, — wijdde hij zich daarna met hart en ziel aan het onderwijs. En trad hij, voornamelijk gedwongen door zijn gezondheidstoestand, niet zóó op den voorgrond, als waartoe zijn talenten hem het recht gaven; het was vooral zijn afkeer van groote woorden en mooi doen, die hem zich deed bepalen tot zijn dagelijkschen werkkring, waarin hij steeds met groote liefde bezig was, tot eenvoud op te wekken, tot het leeren zien van het schoone dicht om ons heen, in gewone bloemen en planten.
Er zijn er, die eerst bij een camelia beginnen mooi te vinden, er zijn er ook die een veldbloem kunnen liefhebben.
Tot deze laatsten behoorde berghuis en het gaf hem zijn richting aan bij het onderwijs.
Zijn intieme vrienden, die zijn werk mochten zien, weten hoeveel moeite hij zich gaf, hoe hij kalm aan, steeds zich zelf nog opvoedende, trachtte te komen tot een gezonder opvatting van het ornament in het vrouwelijk handwerk en hoe hij zich vleide daarin langzamerhand te zullen slagen.
Want vooral op dat gebied is het slagen moeilijk.
Daar is mode en vooral gemakzucht, en beide vereenigd waren hem somtijds te sterk, ondanks den welwillenden steun, dien hij dikwijls mocht ondervinden.
Tot het einde toe heeft hij moedig volgehouden, hoeveel zijn gezondheid ook te wenschen overliet.
Mochten zijn vrienden dikwijls het ergste vreezen, tegen zijn levenslust verdween hun angst en hoopten zij voor hem en met hem.
Het heeft zoo niet mogen zijn.
Een goed vriend is heengegaan, die in zijn werkkring moeilijk te vervangen zal zijn en bij zijn vrienden een open plaats zal achterlaten.
Hij ruste in vrede.

z.