Pagina:Architectura vol 005 no 004.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
22
23 Januari 1897.
ARCHITECTURA.


LAMMERT BERGHUIS, †

 In den ouderdom van dertig jaren ontsliep op Vrijdagmorgen den 15en j.l. lammert berghuis, architect en hoofd der afdeeling Teekenen aan de Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd te amsterdam, lid van het Genootschap Architectura et Amicitia.
 De onvermurwbare dood, die niemand ontziet, ook de besten niet, nam berghuis tot zich op een leeftijd, waarop zijn levens- en kunstopvattingen een vasten vorm gingen aannemen, na jaren van studie en onderzoek.
 Gedurende betrekkelijk korten tijd geroepen om het teekenonderwijs aan bovengenoemde inrichting te hervormen, heeft hij zwak van lichaam, maar toegerust met een ijzeren wil, de hand aan den ploeg geslagen en in den braak liggenden akker diepe voren getrokken, waarin hij de kiemen heeft gestrooid van een vruchtdragend zaad, dat, nog lang na zijn dood, den door hem gevolgden weg zal vermogen aan te wijzen.
 berghuis beschouwde dit onderwijs als een overgangstijdperk in zijn leven. Hij hoopte steeds, zich weer eenmaal in de architectuur te zullen bewegen, om dan al hetgeen hij in de laatste jaren had geleerd en ondervonden, aan zijne kunst dienstbaar te kunnen maken. Het is zoover niet mogen komen en, met veel voldoening, is hem daardoor ook veel leed bespaard gebleven. Want berghuis was een door en door rechtschapen karakter. Met een scherpen blik op menschen en toestanden, beoordeelde hij een ieder, dien hij waard achtte zijn aandacht te verdienen en stak zijne meening over goed of kwaad niet onder stoelen of banken, maar zijn lof was loyaal en zijn blaam was eerlijk.
 Aanhankelijk voor zijne familie, trouw en gul voor zijn vrienden, welwillend en vol toewijding voor zijne leerlingen, in zich zelf gekeerd en bespiegelend van natuur, is hij, wars van bekrompenheid, kleinzieligheid, draaierij en achterklap, stil maar fier door het leven gegaan, liefde en bewondering inoogstend bij hen, die, zich niet latende afschrikken door zijne groote gereserveerdheid, waar het betrof vriendschap aan te knoopen, zijn gezelschap zochten en zijn vertrouwen mochten winnen.
 Aan het openbare leven van het Genootschap Architectura et Amicitia heeft berghuis geen deel willen nemen. Hij had daarvoor zijne redenen, die ik hier niet wensch te bespreken, daar dit aanleiding zoude kunnen geven tot twistgeschrijf om een doode heen, wiens nagedachtenis mij daarvoor te dierbaar is. Laat ik hieraan dus alleen toevoegen, dat de weinige toeschietelijkheid, die berghuis betoonde tegenover menschen, vooral tegenover menschen, voor wie hij geene sympathie gevoelde, hem de gelegenheid heeft benomen zijn oordeel aan eene nadere kennismaking te toetsen en — misschien te wijzigen.
 In den ochtend van jl. Maandag geleidden we zijn stoffelijk overschot naar het stille kerkhof aan den Apeldoornschen weg te arnhem. En toen een dekbed van bloemen zich over de groeve sloot, toen wist ik, dat ik afscheid had genomen van één der weinige karakters, die mijn levensweg tot hiertoe hebben gekruist.

amsterdam, 19 januari 1897. c. w. nijhoff.

MEDEDEELINGEN VAN
HET GENOOTSCHAP.

 1o. Als gewoon lid is voorgesteld de heer l. f. edema v. d. tuuk.
 2o. Na ballotage is de heer j. van wijngaarden te amsterdam van aspirantlid — gewoon lid geworden.
 3o. Als buitenleden zijn toegetreden de volgende heeren:

j. k. nieuwenhuizen te arnhem.
j. r. ruig te pretoria, zuid-afr. republiek.
a. koopmans te utrecht.
e. ehlers, Meubelfabrikant, te arnhem.

 Als aspirantlid gaf zich op de heer:

b. van bilderbeek te amsterdam.

 4o. Op de leestafel liggen ter inzage programma’s eener prijsvraag voor eene Zwem- en Badinrichting, uitgeschreven door de vereeniging Bouwkunde en Nijverheid te harlingen.
 5o. Leden worden verzocht onderwerpen voor de prijsvragen 1897-98 op te geven aan den 1en secretaris; met de reeds voorhanden onderwerpen zal daaruit op de aanstaande gewone vergadering van 3 februari a. s. door de leden eene keuze worden gedaan.
 Hieronder volgen de reeds opgegeven onderwerpen:
 a. 1e prijsvraag.
 Een archiefgebouw, een kunstacademie, een publiek ontspanningsgebouw, een politechnische school, een telefoongebouw, een groot winkelgebouw met boven kantoorlokalen.
 b. 2e. prijsvraag.
 Openbare lagere school voor amsterdam, een villa te bussum, huurprijs f 450 per jaar, een overdekte wielerbaan, een boerderij, volksgaarkeuken, betimmering van een hall, een ziekenhuis voor een provinciestad.
 b. 3e prijsvraag.
 Een kamerameublement, het wapen van nederland, ten dienste van het ministerie van oorlog en marine, een eerepoort en straatversiering, een gesmeed ijzeren ganglantaarn, een glas in lood vulling.


op woensdag 20
januari 1897,
’s avonds 8 uren
.
   VER­SLAG DER 1018STE VER­GA­DE­RING, GE­HOU­DEN IN HET GE­NOOT­SCHAPS­LO­KAAL.

De Voorzitter vestigt de aandacht der aanwezigen op de tentoongestelde teekeningen en afdrukken van houtsneden en eenige kleinere voorwerpen van kunstindustrieelen aard, bestaande uit werk van de heeren de bazel en lauweriks in het lokaal geëxposeerd en stelt voor om in de pauzen tusschen de verkiezingen deze tentoonstelling te bezichtigen.
 Van de Maatschappij ter bevordering der Bouwkunst was een schrijven ingekomen, de wenschelijkheid te kennen gevende om in overleg met andere vereenigingen te confereeren over het uitschrijven van prijsvragen voor het aanbrengen van versieringen te amsterdam, tijdens de feesten bij de inhuldiging van Hare Majesteit Koningin wilhelmina in 1898.
 De Voorzitter deelt mede dat twee afgevaardigden uit het bestuur aan de voorgestelde conferentie zouden deelnemen.
 Na ballotage werd de heer j. van wijngaarden met algemeene stemmen tot lid aangenomen. Daarna circuleerde eene lijst met onderwerpen voor de prijsvragen 1897—98. De heer zinsmeister wenscht het vaststellen der onderwerpen voor die prijsvragen uit te stellen tot een volgende vergadering, opdat de leden daarover vooraf konden denken. Hetzelfde stelde hij voor met betrekking tot de jury voor de prijsvragen.
 De heer de bazel stelde voor direct een jury te kiezen, daarna de programma’s op te maken en deze laatste rond te zenden aan de leden der jury ter goedkeuring. De Voorzitter deelt het gevoelen van den heer de bazel doch vindt ook geen bezwaar tegen het laten circuleeren der lijst van onderwerpen ook op de volgende vergadering. Tevens stelt hij ter inzage der vergadering een aantal bestekteekeningen van een centraal archiefgebouw te ’s gravenhage.
 Hiertoe aangezocht door den Voorzitter, geeft de heer de bazel eene toelichting op de tentoongestelde teekeningen.