Pagina:Architectura vol 005 no 012.djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
20 Maart 1897.
71
ARCHITECTURA.


his­toi­re de l’or­fè­vre­rie fran­çai­se, par hen­ri ha­vard, in­spec­teur gé­né­ral des beaux-arts. pa­ris 1896. BOEK­AAN­KON­DI­GING.

 40 frs. 472 p. 40 platen, 342 fig. in tekst, wordt in de Revue de l’art chrétien van Januari 1897, door dom e. roulin in een eerste artikel zeer in onderdeelen beoordeeld.
 „De geschiedenis van het Fransche goudsmidswerk werd voor dit nog niet geschreven in haar geheel. In ’t boven aangehaalde werk moet degelijk worden onderscheiden tusschen het werk zelf en de typografische behandeling. — Het werk van den Heer havard heeft belangrijke deelen in zekere kwaliteiten; maar het bevat ook hoofdstukken die geheel buitengesloten moeten zijn; maar verder bevat het eene menigte dwalingen op kunstgebied, eene menigte droevige opvattingen welke steun moeten zoeken op vooronderstellingen, spotternijen en historische valschheden. Het oordeel schijnt streng;” maar door eene gedetailleerde behandeling denkt de schrijver den lezer hiervan te zullen overtuigen.
 havard heeft de belangstelling van den Nederlandschen lezer sedert lang weten te wekken; die lezer dient dus ook te weten waar en hoever hij dezen hoofdambtenaar van Schoone Kunsten met vertrouwen kan volgen; zelfs al is ’t te midden van de verblindende(?) luxe waarmede dit werk door de Imprimeries réunies is uitgegeven.

aide-mémoire de poche de l’architecture et de l’ingenieur-constructeur par ch. see. paris tignol editeur.

 Dit boekje geeft in een handig formaat en in een bestek van 229 pag. een beknopte samenvatting van gegevens en formules voor de veel voorkomende gevallen waarin de architect tegenwoordig verplicht is zijn werk te construeereu in verband met industrieele inrichtingen en voor al die werken welke in het algemeen eischen berekeningen van kracht en de meest solide eenvoudige en doelmatige constructies.

the art of the house, by rosamund mariot watson, london, george bell and sons.

 Behandelt in dertien hoofdstukken achtereenvolgens de geheele inrichting van het huis. I. Eenige beginselen omtrent versieringen, persoonlijken smaak, tapijten, behangsels enz. II. De Hall en de meubileering daarvan. III. Vensters, gebrand glas. IV. De Haard, de inrichting en versiering daarvan. V. De tafels, stoelen, sofa, verschillende soorten en stijlen. VI. Het tochtscherm, de hoekkast en de klok. VII. De vloer, de tapijten enz. VIII. Delftsch, Engelsch, Indisch, Japansch, Venetiaansch glas en aardewerk. IX. Thee- en eetserviezen. X. Bloemendragers en arrangementen enz. XI. Lampen en Kandelaars, het tafelzilver en tafellinnen. XII. De piano. XIII. De slaapplaatsinrichting.

 Zooals reeds in het nummer van 27 februari jl. kortelijk werd medegedeeld zou door de Firma w. g. boele sr. bij gelegenheid van haar 50 jarig bestaan een prijsvraag worden uitgeschreven voor een reclamekaart.
 Het programma voor dezen prijskamp is hier onder medegedeeld; het wil ons voorkomen dat terwijl de administratieve bepalingen zorgvuldig zijn in elkaar gezet, eene groote leemte bestaat in art 7 dat meer bepaald slaat op de uitvoering der gevraagde teekeningen. Bij deze algeheele vrijheid, zal de jury in de beoordeeling groote moeielijkheid ondervinden door het zeer uiteenloopen van de meeningen daaromtrent bij de mededingers; eene aanwijzing van het maximum aantal steenen dat bijv. bij kleurendruk, mag worden gebezigd, zou daarom alleszins gewenscht zijn, te meer daar de zeer uiteenloopende elementen waaruit de jury is samengesteld in dit geval geen zuiver principieele opvatting daaromtrent waarborgen.

1. Door deze prijsvraag, die wordt uitgeschreven bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan zijner sigarenfabriek, wenscht de ondergeteekende in het bezit te komen van een ontwerp voor een

RECLAMEKAART.

die hoofdzakelijk moet dienen om in winkels te worden opgehangen.

2. Tot deelneming aan dezen wedstrijd worden alleen toegelaten, de werken van Nederlandsche en in Nederland gevestigde kunstenaars.

3. De ontwerpen moeten zijn oorspronkelijke teekeningen en de afmetingen, daaraan te geven, mogen niet meer bedragen dan 76 × 55 cM. en niet minder dan 64 × 50 cM.

4. In elke teekening moet op zeer duidelijke wijze zijn uitgedrukt, dat deze winkelkaart de aandacht zal hebben te vestigen op het handelsartikel:

SIGAREN.

 Dit moet in letters duidelijk zijn aangegeven, en de kaart moet tevens op duidelijke wijze vermelden den naam en de woonplaats van hem, die dezen wedstrijd uitschrijft:

w. g. boele, Senior, Hofleverancier, kampen 1847—1897.

5. De teekeningen moeten voorzien zijn van een spreuk of motto en vergezeld gaan van een gesloten en verzegelden briefomslag, waarop van buiten dezelfde spreuk of datzelfde motto moet zijn herhaald en waarin de naam en de woonplaats van den vervaardiger van dat ontwerp zijn opgegeven. Op dien omslag moet tevens zijn geplaatst een correspondentie-adres, om briefwisseling met een inzender, zoo die mocht noodig blijken, mogelijk te maken zonder de anonymiteit op te heffen.

6. Bij ieder ontwerp moet — aan den achterkant der teekening of bij afzonderlijk, niet gesloten, briefje — duidelijk worden aangegeven, aan welke wijze van uitvoering in druk bij eventueele reproductie, de vervaardiger heeft gedacht en met de mogelijkheid om van die soort van reproductie, gebruik te maken, dient hij bij de vervaardiging van zijn ontwerp rekening te houden.

7. Verder worden de inzenders verzocht op den gesloten briefsomslag een geheim teeken te plaatsen dat kan dienen — om wanneer aan de inzenders der niet bekroonden of niet aangekochte teekeningen (§10 en 18) door middel van het correspondentie-adres, zal worden bericht, dat hun inzending te hunner beschikking is — bij het afhalen daarvan als herkenningsteeken van den eigenaar te dienen.

8. De ontwerpen moeten worden geadresseerd aan de Oefenschool bij ’s Rijks Museum, hobbemastraat 25 te amsterdam en franco zijn ingekomen vóór 21 mei 1897.

9. Zoodra de termijn van inzending zal zijn gesloten wordt den inzenders door middel van hun correspondentie-adres de ontvangst van hun ontwerp bericht.

10. Drie prijzen worden uitgeloofd:
 1e Prijs f 500.—.
 2e Prijs f 300.—.
 3e Prijs f 200.—.

11. De beoordeeling der ingezonden ontwerpen zal plaats hebben te amsterdam, door eene Jury van zeven leden, n.l. de Heeren:

aug. allebé, Hoogleeraar-Directeur der Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te amsterdam.
a. l. comte, Kunstschilder te delft.
dr. p. j. h. cuypers, Architect der Rijks-museumgebouwen te amsterdam.
josef israels, Kunstschilder te ’s gravenhage.
ferd. leenhoff, hoogleeraar aan de Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te ’s gravenhage.
w. b. g. molkenboer, Directeur der Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers te amsterdam.
b. w. wierink, Directeur der Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand te amsterdam.

12. De Jury heeft het recht om die werken, die zijn ingezonden onder motto’s, die aan advertenties herinneren, van de beoordeeling uit te sluiten, en ook in zake het tentoonstellen der ingekomen werken (zie § 15) heeft zij het recht om die teekeningen, die in kunstwaarde al te ver staan beneden hetgeen hier met billijkheid kan worden verwacht, van die tentoonstelling uit te sluiten.

13. De Jury zal bij hare beoordeeling in de eerste plaats acht geven op de kunstwaarde der ontwerpen, maar zij sluit van de bekroning uit alle teekeningen, die voor Reclamekaart ongeschikt zijn.

14. In ieder geval worden uit de ontwerpen, die na bovengenoemde schifting — zoo die noodig mocht zijn geweest — overblijven, aan de drie teekeningen, die relatief de beste worden gekeurd, resp. de eerste, de tweede en de derde prijs toegekend.

15. Na de uitspraak der Jurv zullen alle ingekomen ontwerpen, behoudens hetgeen daaromtrent in § 12 is vermeld, te amsterdam openbaar worden tentoongesteld. Op de bekroonde ontwerpen zal alsdan de naam van den vervaardiger zijn geplaatst.

16. De ondergeteekende wenscht ook op de niet bekroonde ontwerpen de namen te vermelden der kunstenaars, die ze inzonden, voor zoover zij daartoe verlof willen geven. Daarom worden de inzenders — als zij toestemmen in het opheffen der anonymiteit — verzocht daarvan blijk te geven door het aanbrengen van een teeken — kruisje in cirkel — in den rechterbovenhoek hunner teekening. Dan zal daags nadat de Jury haar uitspraak schriftelijk aan den ondergeteekende zal hebben meegedeeld, van deze inzenders den verzegelden brief worden geopend en hun naam en woonplaats onder hun werk worden geschreven.