Pagina:Architectura vol 005 no 018.djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
96
1 Mei 1897.
ARCHITECTURA.



j. van oort, Archivaris der Vereen. St. Lucas.
f. w. m. poggenbeek, Lid van het Bestuur v. d. Afd. amsterdam v. de Maatsch. t. Bev. d. Bouwkunst.
a. c. poort, 1e Secretaris der Vereen. St. Lucas.
a. m. trautwein, Kunst- en decoratie-schilder.
n. van der waaij, Prof. a. d. Rijks Academie van Beeldende Kunsten.
h. j. walle jr., 2e Secretaris v. h. Genootsch. Architectura et Amicitia.
c. t. j. louis rieber, Algemeen Secretaris v. d. Maatsch. t. Bev. der Bouwkunst. Secretaris.


TECHNISCHE VAKVEREENIGING.   afd. den haag. buitengewone vergadering op donderdag 22 april 1897.

 Voor deze buitengewone vergadering was uitgenoodigd de heer sanders van amsterdam tot het houden van een voordracht over cementijzerwerken in ’t algemeen, welke werd toegelicht door proeven en photografieën.
 Deze lezing reeds in de afd. rotterdam en amsterdam gehouden zijnde, maakt het overbodig hierover een uitgebreid verslag te geven. Wij verwijzen naar het no. van Architectura van 20 februari 1897. Tevens laten wij hier den uitslag van eenige genomen proeven volgen.
 1e. Een cementbeton balkje, hoog 4 cm. en breed 8 cm. bij een spanning van 1 Meter samengesteld met 1 cement 2 rivierzand, 5 weken oud. Hierin ontstond eene breuk onder eene belasting van 23 KG.
 2e. Een cementijzer balkje met verhoudingen als boven, waarin zich bevonden 3 ronde ijzeren staafjes 5 mm. dik gebonden op afstanden van 10 cm. en de staafjes bevonden zich op 1 cm. van den onderkant, de breuk ontstond na een belasting met 280 KG.
 3e proef. Verhoudingen als boven. De staafjes bevonden zich nu 1 cM. uit den bovenkant. De breuk ontstond na eene belasting van 30 KG. Na omkeering van den gebroken balk onstond de breuk onder dezelfde belasting als bij proef 2.
 De voorzitter bedankte den heer sanders voor zijn interessante bijdrage en sloot de vergadering.


AFDEELING ARNHEM DER MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER BOUWKUNST. vergadering van 28 april 1897.

 Na opening door den voorzitter worden de notulen gelezen, welke den Heer crollaer aanleiding geven eenige opmerkingen te maken. Er wordt nl. beweerd, dat het cementijzer volgens spreker geen toekomst had. Dit nu heeft hij niet gezegd, maar wel, dat er tot heden geen voldoende resultaten bekend waren, om het systeem onvoorwaardelijk voor groote werken aan te bevelen. Spreker komt er nogmaals op terug, dat cement een zoo bij uitstek moeilijk te beoordeelen materiaal is. Is men niet voldaan met de gewone proeven, en wil men meerdere waarborgen, dan moet men naar Charlottenburg. Het ongeluk is, dat hier in Nederland geen proefstation is, noch voor cement noch voor andere materialen. — Doch meene nu niemand dat de chemische onderzoeking van een fabrikaat hem zal inlichten omtrent de bruikbaarheid. Het resultaat dat men krijgt, bestaat slechts uit eene opgave van de scheikundige bestanddeelen van cement; meer niet. Of die cement nu goed is voor het doel, waarvoor men het gebruiken wil, moet men zelf beoordeelen.
 De voorzitter terugkomende tot het programma van den avond, geeft opnieuw het woord aan den secretaris.
 Onder de ingekomen antwoorden bevindt zich een schrijven uit Delft, houdende mededeeling, dat aldaar eene afdeeling der Maatschappij is opgericht met aanvankelijk 31 leden.
 Besloten werd, een gelukwensen aan de nieuwe afdeeling te zenden. De andere stukken werden voor kennisgeving aangenomen.
 De Heer evekink doet nu eenige interessante mededeelingen over middelburg en veere, naar aanleiding der voorgenomen zomer-excursie der afdeeling.
 middelburg is eene vrij oude stad, van welks toren, in den volksmond genoemd „de Lange Jan,” men het geheele eiland overziet. Telde de stad vroeger meer dan 30.000 inwoners, thans sleept ze haar bestaan voort met niet meer dan 16.000 zielen. Onder de bezienswaardigheden worden genoemd de abdij met toren, waarschijnlijk uit de 12e eeuw. In 1492 bijna geheel door brand verwoest, herrees het gebouw echter prachtig, en menig kunstwerk en een rijke boekenschat vond er eene veilige bewaarplaats. In de Domkerk sedert 1577 afgescheiden van de eigenlijke abdij, vindt men het praalgraf van jan en cornelis evertsen. Verder wordt nog genoemd het huis „de Steenrots,” als een goed type der Vlaamsche Renaissance.
 middelburg was rijk aan artistieke gevels en gebouwtjes, doch is bezig gaandeweg haar eigenaardig karakter te verliezen. Daarom, wie kan, ga spoedig zien, hetgeen er nu nog uit dagen van vroegere grootheid bezienswaardig is overgebleven.
 veere wordt ons geschetst als eene plaats, waar men zich op een’ zonnigen Junimorgen in eene Oostersche stad zou wanen. Rijk aan kleur- en lichteffecten is de aanblik, die men krijgt, doch eenzaam en doodsch zijn de straten. Handel en nijverheid staan stil en vele huisjes zijn leeg. Het stadhuis wordt als zeer fraai geroemd en ook inwendig als zeer interessant. Zeven beelden, aldaar prijkende, en voorstellende zeven heeren en vrouwen van veere, geven eenig idée van de welvaart die hier eertijds heerschte.
 Zeer bezienswaardig is de zilveren beker, geschenk van maximiliaan van bourgondië, die als een kostbaar kleinood bewaard wordt. De beker is 57 cM. hoog en een uitnemend staaltje van Renaissance-kunst. Spreker besluit zijne bijdrage met nog eenige mededeelingen over goes, en ontvangt daarna den dank der vergadering voor zijne belangrijke mededeelingen. Als datum voor de excursie wordt thans definitief vastgesteld de 20e en 21e juli.
 Den heer berghuis geeft nu nog als kunstbeschouwing de ingekomen antwoorden op de door het bestuur der gemeentelijke avondschool voor handwerkslieden uitgeschreven prijsvraag voor een diploma.
 De 1e prijs viel ten deel aan den heer ellens en de 2e prijs aan den heer claus. De mededinging was alleen opengesteld voor leeraren aan de ambachts- en avondschool.
 Niets meer aan de orde zijnde roept de voorzitter den leden een tot weerziens toe op den 20en juni aan het station te arnhem en sluit de vergadering.


VEREENIGING TOT BE­VOR­DE­RING DER BOUW­KUNST, TE LEI­DEN. elf­de ver­ga­de­ring, ge­hou­den den 29 april 1897, in het nuts­ge­bouw.

 Aanwezig 24 leden en 1 donateur.
 Aan deze vergadering ging vooraf eene kunstbeschouwing van de plaatwerken „Verzameling der overblijfselen onzer Nationale Kunst” en „Kunst en Industrie.” Voor de expositie werd dank gebracht aan de heeren de koning en wempe.
 De voorzitter, dc heer c. r. van ruyven, opende met een kort woord deze vergadering. De notulen werden ongewijzigd goedgekeurd. Met waardeering werd de Practische Ambachtsschool door den voorzitter besproken, terwijl ook de heer verster, niettegenstaande zijn vroegere oppositie tegen de richting waarin werd onderwezen, met veel lof het tegenwoordige onderwijs besprak. De heer verster zal aan de Commissie van het Stedelijk Museum verzoeken, de banier der vereeniging te huisvesten. Een ingekomen vraag werd door het Bestuur beantwoord, terwijl een tweetal vragen betreffende carbolineeren in handen zijn gesteld van den heer v. d. kloes.
 Op voorstel van bet Bestuur werd besloten op een nader te bepalen dag een zomeruitstapje te maken naar Dordrecht, teneinde ook een bezoek te brengen aan de tentoonstelling. Een achttiental leden verklaarden zich voorloopig bereid, de excursie mede te maken. Hiervoor werd een crediet van dertig gulden toegestaan. De heer h. de kler werd als nieuw lid aangenomen. „Das Museum” zal voor de leescirkels aangeschaft worden. Alsnu was het woord aan den ijverigen Directeur der Leidsche Ambachtsschool, den heer adrs. j. van achterberg, die tot onderwerp had gekozen: „het ontwerpen van ornament.” Spreker verklaarde op duidelijke wijze, hoe men slechts met behulp van een teekenhaak en driehoek ontwerpen kan. Door eene samenstelling van hoeken van 15°, 30°, 45°, 60° enz., kan men op verrassende wijze dier- en bladvormen daarstellen. Zeer handig schetste spreker tal van figuren, die een duidelijk bewijs leverden, hoedanig men op eene zeer gemakkelijke manier de schoonste vormen kan daarstellen. De verschillende mededeelingen hieromtrent werden gedaan aan de hand van een werkje hierover geschreven, door den heer j. m. de groot, leeraar aan de Kunstnijverheidsshool „Quellinus” te amsterdam. Verscheiden teekeningen werden in verband met deze wijze van ontwerpen door spreker geëxposeerd. Aan ’t slot zijner voordracht dankte spreker nog hartelijk voor de waardeerende woorden, over de Leidensche Ambachtsschool gesproken. Onder applaus bracht de voorzitter den dank der vergadering. De secretaris sprak den wensch uit en corps de Ambachtsschool te bezoeken, waar vooral het smeden en schilderen zoo uitstekend wordt onderricht. De Heer verster zal in zijn „Vlokken” deze inrichting nader bespreken. De vereeniging besloot lid te worden van de Vereeniging tot Bevordering van Vakonderwijs.
 Na rondvraag sloot de voorzitter de vergadering.

F. A. W.


TECHNISCHE VAKVEREENIGING afd. amsterdam

 Den 28en april had een vergadering van de Afdeeling amsterdam der Technische Vakvereeniging plaats in Hôtel de France.
 Bij de opening deelde de voorzitter mede dat een der donateurs een aantal boekwerken aan de vereeniging schonk en dat eenige leden een 75-tal boekwerken ter beschikking der leden hadden gesteld.
 Hierna kwam aan de orde de verkiezing van een bestuurslid, in de plaats van den heer veenstra, die naar rotterdam vertrokken is; gekozen werd de heer a. p. roosen, bouwkundige.
 De behandeling van een reglement voor een op te richten „Leeskring” had daarna plaats, waarbij zich een langdurige discussie ontspon.
 Met een woord van dank voor de trouwe opkomst, sloot de voorzitter de vergadering.

BERICHTEN.

 — Tot adjunct-directeur der Gemeentewerken te arnhem is benoemd de heer j. n. van ruiven, thans Ingenieur bij genoemde gemeentewerken.

dienstaanbiedingen en vacante betrekkingen.
TECHNISCHE VAKVEREENIGING. informatiebureau.
Opz. Teeken., leeft. 29 jaren, ongeh., verlangd salaris f 80 p. maand
of  32 geh. 90
Bouwk. Opz. 43 90
of Uitv. 43 ongeh. 80
25 85 à 90
Opz. Teekenaar 28 90
23 80 à 90
Bouwk. Opz. 25 60 à 70
28 80 à 90
Teekenaar 22 50
Bouwk. Opz. Teek. 23 60