Pagina:Architectura vol 005 no 038.djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
174
18 September.
ARCHITECTURA.



1. De ,aard’ van een ding — werk — wordt bepaald door de soort van behoefte die het voldoet. Zoo zijn bakken en bouwen werken van verschillenden aard, omdat zij voorzien in verschillende behoeften.
2. De ,waarde’ van een ding — werk — wordt bepaald door de juistheid (volmaaktheid) met die het voldoet in de behoefte. En zoo is ons duidlijk dat — hoe zoogenaamd gering een werk kan zijn in aard — zijn waarde meer kan zijn, dan van dat in aard voornamer schijnt.

We weten nu dat we behoefte hebben ons weerkeerig toonen, en hoe wij dit doen door ons werk.
En dít is dat we ,tentoonstellen’ noemen. Nu ook wij weten hoe nuttig tentoonstellen is, ook — dat de aard en waarde van een tentoonstelling bestaat in den aard en waarde van de tentoongestelde werken.

Was het voorgaand noodig tot ons doen begrijpen onze behoefte — uiting — de beteekenis van aard en doel en het doel van tentoonstellen in ’t algemeen, laat ons nu nagaan in ’t kort: de aard en waarde — het doel — van de tentoonstelling met die wij ons nu gaan bezig houden: de ,Wereldtentoonstelling,’ laat ons nagaan in hoever de huidige zijn doel bereikt.

DE WERELDTENTOONSTELLING.

Het woord zelf zegt zijn beteekenis: Tentoonstelling van de werken der wereld.
Hoe schoon onze gedachten overdenkend dit groote doel!
Laat ons zelf overwegen — dat het zegt.
Laat me alleen u wijzen: Weinig doet: wáar — in welk land of stad de tentoonstelling gehouden wordt, want — al mag ook dat betreft de vorm — een volk die de tentoonstelling saamstelt zijn persoonlijk karakter in het uiten — de Inhoud zal steeds zijn het resultaat van hen, door dier werken het bestaat — hier de deelnemers van heel de wereld.

Is nu de wereldtentoonstelling het overzicht van de werken van allen, dit is van alle stammen — rassen — van alle standen?

We zien boven de vele galereiën de kroonen en wapens van de regeeringen der verschillende landen; zij zijn daar ,{{sp|officieel vertegenwoordigd,’ zoo wordt het genoemd.

Vertegenwoordigen de regeeringen heel het volk — of slechts een deel?

Vertegenwoordigen zij alle verlangens en behoeften van de menschen?

Wie vertegenwoordigen zij niet? {{RH|brussel, aug. ’97.

PRIJSVRAGEN.

„Op de door de vereeniging Bouwkunst en Vriendschap te rotterdam uitgeschreven prijsvragen voor stadsversieringen ter gelegenheid der kroning van de Koningin in 1898 zijn ingekomen 15 antwoorden en wel:

2 voor de versiering van het van hogendorpsplein en omgeving onder de motto’s La Reine en Rust Roest.

4 voor d kadeversiering langs de oude haven (plan c.) onder de motto’s La Reine, Bij lamplicht, Afwachting en 1897.

5 voor de versiering op de kruising van botersloot met heerenstraat en meent onder de motto’s Voor Wilhelmina, Oranje boven I, S. P. Q. R., Good luck en V. M. (dooreengestrengeld).

4 voor den toegang tot en de langsversiering van eene straal van 20 M. breedte onder de motto’s Schilder, Decoratie, Perseverance en Onverwacht.

De ontwerpen zullen te rotterdam publiek tentoongesteld worden bij gelegenheid van het in december van dit jaar door Bouwkunst en Vriendschap te vieren koperen feest.

BOEKEN.

1. De firma scheltema en holkema, boekhandel alhier, zond ons een catalogus van eene collectie oude nieuwe boeken, over kunstgeschiedenis, kunstnijverheid, geschiedenis, litteratuur enz. enz.

2. Eveneens ligt ter inzage Opmerkingen betreffende gecarbureerd watergas door j. t. westcott m. e., londen, vertaald door j. w. molyn.

3. De heer e. j. volkersz te zutfen, fabrikant van Normaalpapieren heeft nu ook teekenpapier in den handel gebracht; in zijn fabrikaat streeft hij er na een onvergankelijk teekenpapier te vervaardigen. Het papier is verkrijgbaar aan rollen of vellen. Op het oog maakt het een uitstekenden indruk, hoewel natuurlijk de praktijk de bruikbaarheid zal moeten bewijzen.
De heer volkersz, stelt allerlei soorten beschikbaar. Gewoon teekenpapier, detail, calqueer, aquarelpapier in den geest van het bekende whatman enz. enz.

BERICHTEN.

— De minister van Binnenlandsche Zaken, gelet op art. 1 van het Kon. besluit van 31 december 1879 no. 24 en op de beschikkingen van den minister van Binnenlandsche Zaken van 31 december 1880, litt. I. I., afd. onderwijs, en 16 november 1896, no. 2395, afd. kunsten en wetenschappen, heeft goedgevonden: de bij gemelde beschikkingen vastgestelde en gewijzigde lijst van de verzamelingen en hulpmiddelen voor het onderwijs aan de Rijksuniversiteiten met ingang van 1 october 1897 aan te vullen als volgt: onder het hoofd „Rijks-universiteit te leiden,” wordt na „Museum van Oudheden” gelezen „Ethnographisch Museum.”

(st.-ct.)

Met Museum komt dus weer onder de „hulpmiddelen” voor het Hooger Onderwijs, waarvan de minister van houten het afgevoerd had.

— Volgens de N. D. Ct. heeft door deskundigen een nader onderzoek van de vier hoektorens der Oude Kerk plaats gehad. Het werk der afbraak is nog steeds niet gegund en men twijfelt er nu sterk aan of het wel gegund zal worden.

— Naar het Ned. Dagbl. verneemt is door de Amsterdamsche architecten posthumus meijjes, leguit en margadant in opdracht van kerkvoogden te rhenen een onderzoek ingesteld omtrent den toestand van de steenen gewelven en muren van het kerkgebouw, ten einde na te gaan in hoeverre de hevige brand nadeeligen invloed op de gewelven en muren van de kerk had uitgeoefend.
Hoewel aanzienlijke schade, vooral aan de steenen gewelven is ontstaan bleek het kerkgebouw zelf, dank zij de zware muren en steunbeeren nog voldoende soliditeit te bezitten, om te kunnen worden hersteld en van nieuwe bekappingen voorzien te worden.
Kerkvoogden benoemden den heer posthumus meijjes tot hun architect, om bovengenoemde restauratiewerken uit te voeren.
Omtrent den toren verneemt het blad dat B. en W. der gemeente rhenen, in overleg zijn getreden met den minister van Binnenlandsche Zaken.

— Van kedoe schrijft men aan het Bat. Nbl.:
Als wij den weg naar het vereenigingspunt van de ello en progo zuidwaarts volgen, dan komen wij al spoedig op een groote open ruimte, in het midden waarvan de fraaie mendoet-tempel vóór ons oprijst. Geheel van trachiet staat op een vierkant terras een eveneens vierkant bouwwerk, met prachtig gebeitelde reliefs bedekt en boven overgaand in een min of meer afgeronden vorm.
Wie het terras beklimt en door een opening in het steenwerk naar binnen kijkt, ziet hier drie kolossale beelden, uitstekend gemodelleerd en afgewerkt, die boeddha en twee van zijn vereerders voorstellen, in diepe overdenking verzonken.
Met het oog op de bouwvalligheid lijkt het echter een waagstuk den medoet-tempel te betreden, en allen, die belangstellen in de oude geschiedenis van java, hebben met vreugde gezien, dat Vanwege de regeering restauratie zal plaats hebben. Een ingenieur te batavia heeft de opdracht gekregen zich zoo dikwijls dit noodig is naar kedoe te begeven, ten einde het werk te leiden. Moge hij er in slagen het juweeltje van Hindoesche kunst in hechten toestand te herstellen, zonder te schaden aan versiering en vorm!
Wellicht zal dan de Regeering er toe besluiten den naburigen boroboedoer die grootscher is en meer indrukwekkend, in goeden staat te houden.
Ook dáár is een ingrijpende hand noodig om geheele verbrokkeling en verval te voorkomen.
Wie den top van den boroboedoer bestijgt en plaats neemt op de bank, hier door een kunstkenner gemetseld, heeft onder zich een stuk historie, verdrongen en vervangen door den Islam die thans op java heerscht.