Naar inhoud springen

Pagina:Baumhauer1848WijLevenindeNatuur.djvu/24

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 20 —

ring van voor ons onmerkbare veranderingen in het menschelijk ligchaam; en Gij stemt het mij allen toe, dat wij niet zien, niet hooren, niet voelen kunnen, indien wij onze zintuigen niet geoefend hebben. Naar waarheid zegt dan ook de als opvoeder zoo roemvol bekende Salzmann: "Een jong mensch, wiens oogen, gevoel, geheugen, verbeeldingskracht en verstand door Natuurkunde gescherpt zijn, begrijpt in het vervolg alles gemakkelijker wat hem geleerd wordt; hij gaat met opene oogen door de Natuur, ziet alles wat daarin merkwaardig is, weet de fijnste kenteekenen op te sporen, waardoor zich de zaken van elkander onderscheiden, en ziet duizend dingen, die voor de oogen van anderen verborgen blijven." En moeten wij niet met Göthe uitroepen: "De Natuur spreekt tot bekende, miskende, onbekende zintuigen; zij spreekt tot zich zelve en tot ons door middel van duizend verschijnselen,.... den opmerkzame blijft zij nergens dood noch stom."