Naar inhoud springen

Pagina:Baumhauer1848WijLevenindeNatuur.djvu/31

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 27 —

jelijkheden om tot eene onomstootelijke waarheid te geraken.

 

De groote eenvoudigheid, de regelmaat in de natuur ziet men in den geest van den waren natuuronderzoeker teruggekaatst; hij spreekt eenvoudig en in zijne redenering heerscht orde en klaarheid; hij is toegevend jegens onkundigen, want hij weet met welke moeite hij zijn weten heeft verkregen en tevens dat zijne kennis toch nog zoo luttel is.

Is het dan waar, wat wij opmerkten, dat de natuurwetenschappen zoo geschikt zijn tot vorming van den geest, dat zij voor de jeugd zoo veel aantrekkelijks hebben, dat zij alles bezitten, wat noodig is tot eene ware humaniteitsbeschaving; hieronder toch verstaan wij de zoo veel mogelijk harmonische ontwikkeling van alle krachten van den mensch; is het eindelijk waar dat zij voor het werkdadige leven bruikbare menschen vormen; kan dan wel in eene schadelijke inwerking der natuurweten-