Pagina:Baumhauer1848WijLevenindeNatuur.djvu/63

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 59 —

sterdam het scheikundig onderwijs op die hoogte op te voeren, welke de vorderingen van de wetenschap in dezen tijd vereischen, en Gij zult U in het dankbaar gemoed van allen, wien de ware ontwikkeling van het menschdom ter harte gaat, een blijvend gedenkteeken hebben opgerigt.

 

Ook tot U, wend ik mij, achtbare mannen, wien het toezigt over de School voor Genees-, Heel- en Verloskunde is toevertrouwd, want ook bij deze school heb ik pligten te vervullen, ook Gij wenscht dat Uwe kweekelingen door mij zullen worden ingewijd in die wetenschap, in welke geen geneesheer meer vreemdeling mag zijn. De Scheikunde van onze dagen heeft opgehouden de dienares te zijn van den arts, wien zij geneesmiddelen bereidt. Neen, zij leert hem het menschelijk ligchaam kennen, en hij die zonder scheikundige kennis zich op de geneeskunde wil toeleggen, wil in een boek lezen, waarvan hij