Pagina:Beets, Ter nagedachtenis van Mr. Jacob van Lennep (1869).pdf/16

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

TER NAGEDACHTENIS VAN Mr. JACOB VAN LENNEP.

van iederen dichter, tot het vruchtbaar en volkomen genot van de vruchten zijnes geestes onmisbaar is: met hoeveel nadruk moet dit het geval zijn bij eenen dichter, die bijna een eeuw geleefd heeft, en wiens eerste en laatste werk door veel meer dan een halve eeuw van elkander gescheiden worden? En hoe moet deze zelfde chronologische orde de eer van een dichter ten top voeren, wanneer het, als bij Vondel, blijkt, dat er immer vordering, nimmer afneming geweest is, en de voortreffelijkeid van meesterwerken, op zestig-, zeventig-, tachtigjarigen leeftijd geschreven, het „beöordeelen der geschriften naar hare dagteekening”, geen plicht der billijkheid doet blijven, maar tot eene hulde maakt!
Niet altijd is de kennisneming, of eene nadere kennisneming van het Leven des dichters, niet altijd het in verband brengen van zijn Leven met zijne Werken voor den lezer even noodig, of voor de eer des dichters even voordeelig. Op menig monumentum aere perennius werpt het een treurige schaduw. Maar waar, als bij dezen dichter, zoo menige uiting van zijn geest of onverstaanbaar, of duister blijven, of immers hare ware beteekenis en de helft van hare belangrijkheid verliezen moet, indien men met zijne lotgevallen, zijne omstandigheden, zijne betrekkingen en ondervindingen, indien men met de trapsgewijze verandering zijner politieke en godsdienstige denkwijze onbekend blijft, en niet is ingewijd in den historischen gang van een gemoedsleven, van hetwelk naar waarheid gezegd is, dat het een bij uitnemendheid belangrijk zielsproces vertoont, dan verricht hij, die u voor het eerst in de gelegenheid stelt dit verband tusschen leven en werken van stap tot stap na te gaan, en den draad der dingen te vatten, een bij uitnemendheid nuttig en noodig werk. En waar hij te doen had met een leven

16