Pagina:Beschryving van Oud-Groenland.djvu/16

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

VOORBERICHT

trekken na de weinige bequaamheid , die zy bezitren. Ik moet bekennen, dat dit land in deszelfs tegenwoordigen ftaat en ge- legenheict, by andere landfchappen vergele- ken 3 een zeer flecht arm land is, dochech- ter niet km verachtelyk en elendig, of het kan door behoorlykert vlyt en nyverheid niet alleen deszelfs eigen inwoners rykelyk voeden, maar ook aan anderen van deszelfs voortbrengfcelen mededeelen: Wat aanbe- langt het land in zichzelven 3 het brexrgt nu weinig of niets voort r alzod 5 t £elve voor het grootfte gedeelte woeft en onbebouwt legt, doch uit de aloudc en hedendaagfche hiftorien en verhafen blykt nochtans, dathet niet onbequaam is, om verscheiderhande