maar ook bij vreemden. Men vindt in het Leven van nicolaus claudius franciscus de peiresc, beſchreven door gassendi, dat eerstgenoemde zich in den jare 1606 in Holland bevond. Hij had van den ſtraks gemelden togt gehoord, en was begeerig eene dergelijke proeve te nemen. Dit werd hem vergund, en zijne verbazing had geene grenzen, toen hij met zulk eene ongeloofelijke ſnelheid werd voortgedreven, dat hij de beweging niet eens voelde, alles voorbij vloog, naauwelijks de oppervlakte van den grond en ſtilſtaande wateren beroerde, menſchen, die voor hem liepen, hem ſchenen terug te ijlen, en hetgene zich voor zijn oog op eenen aanmerkelijken afſtand vertoonde, weldra even ver van achteren verwijderd was.
Edel en voortreffelijk is het, met de overweging van belangrijke en nuttige onderwerpen het verſtand te voeden, maar dit is voor den beſchaafden mensch niet genoegzaam. Deze verlangt meer. Hij gevoelt eene levendige behoefte om geroerd en geſtreeld te worden door voortbrengſelen, die niet eeniglijk van het verſtand hunnen oorſprong ontleenen, maar ook uit gevoel en verbeelding ontſtaan, en het hart met een onweêrſtaanbaar vermogen