Pagina:Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland.djvu/92

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
74
Cornelis Drebbel.

moeijelijke tijden, kon niets dan door bondigheid en wezenlijke waarde zich aanbevelen. Had Drebbel zich toegelegd op de ontdekking of volmaking van zulke takken der Natuurkunde, die op de welvaart van het Vaderland invloed konden hebben, of ten minſte deze edele Wetenſchap in hare waarde deden aanſchouwen, voorzeker zoude de Regering des Lands, aan wier hoofd Maurits ſtond, die tot Leermeester en vriend had den grooten Stevin, zich zijne kennis op eenigerhande wijze ten nutte hebben gemaakt. Nu ſchijnt deze beneden hunne aandacht geweest te zijn. Wie weet hoe veel dit hebbe toegebragt, om hem te nopen zich naar elders te begeven, waar de fortuin hem te dezen aanzien vriendelijker toelonkte?
Hoe dit zij, Drebbel bleef te Alkmaar niet langer dan tot den jare 1604, en vertrok toen naar het Hof van Jacobus den eersten, Koning van Engeland.
Het zwak en kleingeestig karakter van dezen Vorst, zijne waanwijsheid, en verkeerde eerzucht, om, als Koning, den naam van Geleerde en Fraai Vernuft te bekomen, zijn uit de geſchiedenis te wel bekend, dan dat het noodig zijn zoude hiervan voorbeelden bij te brengen. Men

weet,