Naar inhoud springen

Pagina:Bijlsma, Rotterdams welvaren 1550-1650 (1918).pdf/31

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

toezicht werd onder andere uitgeoefend door printers van de wollewevers en door laken waardeyns, wier taak het was, de lakenen op hunne lengte en breedte te waardeeren ter paertse in de Drapenierskapel. Naar buiten trad de Rotterdamsche draperie herhaaldelijk gemeenschappelijk op; hare vertegenwoordigers waren dan de persmeesters, die zich zoowel bemoeiden met het inkoopen van wol als met het voor gezamenlijke rekening verhandelen van lakenen, welke tot ééne pers hadden behoord.

Met het noemen van enkele andere industrieën kunnen wij de opsomming van de takken der Rotterdamsche nijverheid beëindigen. Zoo telde de stad verschillende leerlooierijen, meest eigendom van schoenmakers, voor welke bedrijven de Pannekoekstraat (achter de Kipstraat) de buurt was. Dan waren te Rotterdam vooral voor den haringhandel talrijke kuipers werkzaam, terwijl ook met mandenmaken eenige inwoners een bestaan vonden. En voorts arbeidden in de stad de beoefenaars van ambachten die overal konden voorkomen, zooals: huistimmerlieden, grofsmeden, linnenwevers, enz.

Het Rotterdamsche bedrijfsleven hebben wij in al in het voorgaande overzien in zijn werkzaamheid naar drie zijden: de actie der visscherijstad, der land- en waterstad, en der nijverheidsstad; het overzicht wordt volledig door de beschrijving der koopvaardij, het waterstadsbedrijf, dat eerlang de meest belangrijke bron van welvaart voor Rotterdam zou worden.

Spreken wij van de Rotterdamsche koopvaardij op het einde der landsheerlijke periode, dan valt nog hoofdzakelijk te denken aan de binnenlandsvaart of schipperij langs de rivieren. Door zijn voortreffelijke ligging als waterstad kon Rotterdam gemakkelijk met zijn binnenschipperij het gebied bestrijken, dat te bereiken was langs de Hollandsche binnenwateren (Schie en IJsel), langs de groote rivieren Lek, Waal en Maas, en langs de wateren der Hollandsch-Zeeuwsche eilanden-delta. Het blijkt dan ook, dat de Roterdammers hunne goederen langs deze waterwegen plachten te transporteren en dat zij handelsbetrekkingen onderhielden met de gewesten, die door deze