Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/189

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ongeduld, en dat gaf hem reeds het ondankbaar besluit in, om den volgenden ochtend, in de vroegte, weg te trekken uit Brugge, zonder langer af te wachten wat zijn vriend voor hem had kunnen doen of willen zijn. Een besluit, hoe wanhopig ook, geeft altijd zekere ruste, en onze zelfmartelaar sluimerde in, na zich vastgezet te hebben in het zijne.

Bij zijn ontwaken werd hij opgewacht door een meester—snijder, die tot den hofstoet van den Hertog behoorde, en die hem de maat kwam nemen, zoo hij zeide, op bevel van een groot Heer, die niet genoemd mocht worden; en toen hij half verwonderd, half vertoornd, maar innerlijk wel voldaan, dat men toch eindelijk zich met hem bezighield, zich den dienst van den meester—snijder liet welgevallen, en het besluit nam om vooralsnog niet te vertrekken, werd hij eenige uren later verrast en beschaamd door het binnentreden van Coquinet zelf, nu gekleed in een deftig burgergewaad, wiens open en goedhartig gezicht hem opnieuw zóóveel rust en vertrouwen schonk, dat hij hem met groote blijdschap tegenging en openhartig belijdenis deed van zijne zielsangsten, zijne onrust, zijn kwaad vermoeden.

Coquinet glimlachte alleen; zeide dat hij iets dergelijks van hem gevreesd had; dat hij 't van ganscher harte vergaf, en dat hij zich wreken kwam door eene blijde tijding:

»De Vidamesse de Heurne heeft werk voor u!”

»Wie is de Vidamesse de Heurne?” was de natuurlijke vraag van Jehan. Daar zij vermoedelijk ook die is mijner lezers, willen wij ons zetten om haar te beantwoorden.




Wij moeten terugkeeren tot den vorigen dag, en ons begeven in het nieuwe feestgebouw op 't Hof te Brugge, dat de Hertog voor deze gelegenheid had laten daarstellen — eene ontzaggelijk ruime zaal, begrensd door al zulke vertrekken, garderoben en kabinetten, als tot het houden van zoodanige omslachtige feesten destijds vereischt werden. Het ligt niet in mijn weg hier eene volkomene beschrijving te geven van deze bruiloft, maar op enkele bijzonderheden willen wij wijzen, om van de excentrieke weelde en pracht, die er heerschte, eenig denkbeeld te geven aan dezulken mijner lezeressen, die niet gewoon zijn de kronieken te doorbladeren.